Sinds twee jaar zijn gemeenten bij wet verplicht een prenataal huisbezoek (PHB) aan te bieden aan aanstaande ouders in een kwetsbare situatie. Dit gebeurt via de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De implementatie is nog niet overal voltooid, maar nu al wordt de meerwaarde van de huisbezoeken breed onderkend, zo blijkt uit een onderzoeksrapport. Niet alleen voor het ongeboren kind en het gezin, maar ook voor de samenleving. Wel signaleren de onderzoekers een tiental verbeterpunten.
De invoering van de wet is nog niet ‘af’, maar werpt nu al haar vruchten af. Wel zijn er meerdere knelpunten die de werking van het PHB op dit moment beperken. Desondanks blijkt uit dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van ministerie van VWS, breed draagvlak voor het PHB en de preventieve werking die ervan uitgaat, doordat wordt ingezet in het tijdig bespreken en – waar nodig – aanpakken van kwetsbaarheden met de (aanstaande) ouders.
Meerwaarde
De (potentiële) meerwaarde hiervan wordt door alle gesprekspartners onderkend. Niet alleen voor het ongeboren kind en het gezin, maar ook voor de samenleving. Zo ervaren JGZ-professionals over het algemeen dat het PHB bijdraagt aan het eerder zicht hebben op zwangeren in een kwetsbare situatie en zij vanuit het PHB in staat zijn om beter in ondersteuningsbehoeften te kunnen voorzien. Dit geldt ook voor professionals die al een PHB uitvoerden. Zij zien dat de wetswijziging momentum heeft gecreëerd waardoor het PHB als interventie bekender is geworden en meer wordt aangeboden en uitgevoerd.
Het PHB blijkt in sommige regio’s ook een belangrijke aanjager van de samenwerking tussen met name jeugdverpleegkundigen en eerstelijns verloskundigen. Die samenwerking is zowel van belang voor het slagen van het PHB als om (aanstaande) ouders goed te kunnen helpen.
Verbeterpunten
Tegelijkertijd moeten stappen worden gezet om de meerwaarde te vergroten. Het potentieel van het PHB wordt namelijk nog niet volledig benut, omdat er meerdere aandachtspunten zitten in de uitvoering. Deze punten zorgen ervoor dat niet alle aanstaande ouders in een kwetsbare situatie bereikt worden voor een PHB en/of hiermee goed geholpen kunnen worden. Zo geven professionals, waaronder kraamverzorgenden, jeugdverpleegkundigen en eerste[1]en tweedelijnsverloskundigen, aan dat het voor aanstaande ouders in een kwetsbare situatie ingewikkeld kan zijn dat er verschillende hulp- of zorgverleners om hen heen staan. Neveneffect kan bijvoorbeeld zijn dat een aanstaand gezin te maken krijgt met een nieuw gezicht, namelijk de jeugdverpleegkundige. Tegelijkertijd kan dit ‘nieuwe gezicht’ juist voor continuïteit in het hulpverleningsproces zorgen. Dit is het geval op het moment dat de betreffende jeugdverpleegkundige ook na de geboorte naast het gezin blijft staan en zodoende een vast aanspreekpunt vormt voor een gezin. In welke mate deze continuïteit wordt ervaren in de praktijk is nu nog niet duidelijk
Aanbevelingen op een rij
Op basis van hun bevindingen, formuleren de onderzoekers de volgende aanbevelingen om de uitvoering van het PHB de komende jaren te versterken:
- Zet in op landelijke dekking van het PHB
- Zorg voor duidelijkheid met betrekking tot een juridisch goed geborgde aanmeldprocedure voor zorgprofessionals
- Versterk professionals bij hun signalerende functie
- Zet in op beschikbaarheid van vervolgaanbod
- Organiseer een leerstructuur met best practices over de uitvoering van het PHB
- Werk aan een stevige ketensamenwerking tussen zorgprofessionals
- Creëer een basiskader voor de aanmelding en terugkoppeling
- Maak vaart met de invoering van het ouderdossier
- Geef de gemeentelijke regierol nader invulling
- Zet in op landelijke monitoring van de uitvoering van het PHB
De aanbevelingen dienen als handvatten om de uitvoering van het PHB de komende periode te verstevigen en zo (aanstaande) ouders in een kwetsbare situatie vaker en beter te kunnen ondersteunen (waar nodig en gewenst). Het rapport licht deze aanbevelingen toe met korte achtergrond en benodigde acties om de deze in gang te zetten.
Bron: ajnjeugdartsen.nl