Wereldwijd gaan er stemmen op om alle zwangere vrouwen te screenen op psychische klachten en die vervolgens te behandelen. Dat zou beter zijn voor moeder én kind. Ten onrechte, blijkt nu: psychotherapie heeft niet per se positieve effecten op het kind.
Een zwangere vrouw met psychische klachten zoals depressie, trauma of een angststoornis moet je behandelen. Daar heeft zij baat bij, maar ook het kind maakt daardoor een betere start, zo is de gedachte. Marlies Brouwer dook in het kader van haar promotieonderzoek in de wetenschappelijke literatuur hierover: wat zeggen de onderzoeken over de effecten op het kind? Ze veegde de studies bij elkaar, die samen ruim 2.000 zwangere vrouwen hadden gevolgd. De resultaten van deze meta-analyse publiceerde zij onlangs in BMC Medicine.
Veel vraagtekens
Marlies Brouwer vindt zonder meer dat een zwangere vrouw met een depressie moet worden behandeld, laat ze in een interview weten. Dilemma is echter dat zij in haar onderzoek geen positieve effecten bij de baby vond na behandeling van de moeder tijdens haar zwangerschap. Ook zijn er nog onvoldoende kwalitatief goede gerandomiseerde studies naar de effecten van antidepressiva en psychotherapieën voor depressie en angst. “Er zijn dus nog veel vraagtekens of behandeling tijdens de zwangerschap genoeg helpt”, aldus Brouwer. “ Als je er alleen aan wilt beginnen omdat je bang bent voor negatieve gevolgen bij het kind, dan zie ik geen reden om dat te doen. Mijn onderzoek laat zien dat therapie niet per se beter is voor het kind.”
Niet negeren
In haar onderzoek keek Brouwer naar de gevolgen van psychologische behandeling voor de zwangerschapsduur, het geboortegewicht en de APGAR-score, die 1, 5 en 10 minuten na de geboorte wordt afgenomen om inzicht te krijgen in de conditie van de baby. “De resultaten van de studies liepen nogal uiteen, van geen tot positief en negatief. Alles bij elkaar genomen zag ik geen positief en geen negatief effect op de baby.” Toch is hier volgens haar geen sprake van ‘baat het niet, dan schaadt het niet’. “Ik vond eveneens studies met negatieve uitkomsten. Sommige onderzoeken rapporteerden een lager geboortegewicht bij de kinderen. Een lager gewicht geeft een verhoogd risico op gezondheidsklachten later in het leven of problemen in de ontwikkeling. Uiteraard waren er ook studies met positieve resultaten en dat geeft hoop. Maar je kan die negatieve uitkomsten niet negeren.”
Opwekken van stress
Hamvraag is hoe iets als gedrags- of massagetherapie slechte gevolgen kan hebben voor het kind. “Omdat je tijdens psychotherapie stress kunt opwekken”, antwoordt de promovenda. Daardoor is het volgens haar mogelijk dat de behandeling bijna net zo schadelijk is voor het kind als de depressie zelf. “Vandaar dat ik zeg: een moeder die echt hulp nodig heeft en behandeld wil worden voor haar klinische depressie, moet je helpen. In andere gevallen moet je je afvragen of je die depressie of angst tijdens de zwangerschap wil aanpakken, of liever daarvoor of daarna.”
Invloed antidepressiva
Brouwer keek ook naar de invloed van antidepressiva. De uitkomst stelde teleur. “Geen enkele studie keek naar het effect van antidepressiva op baby’s van zwangere vrouwen die door middel van loting medicijnen of een andere behandeling kregen. Er werden negatieve effecten bij het kind gevonden in onderzoeken die vrouwen met antidepressiva volgden. Maar zijn die effecten ontstaan door de medicijnen of door de psychische klachten van de moeder? Het is simpelweg niet systematisch onderzocht.”
Advies
Alles overziend, adviseert Brouwer zwangeren om depressieve klachten in de gaten te houden en met de huisarts en de omgeving te bespreken. “Ben open over hoe je je voelt. En bij ernstige klachten is behandeling vaak nodig. Uit mijn onderzoek blijkt dat je zo’n therapie vooral voor jezelf volgt, niet per se voor je baby.”
Verplicht screenen
Er zijn landen, waaronder Nederland, die overwegen om alle zwangere vrouwen te screenen op psychische klachten en hen daarvoor te behandelen. In de VS en Groot-Brittannië gebeurt dat al. Brouwer vindt dit geen goed idee. “Zorgverleners moeten goed nadenken wat dat teweeg gaat brengen. Zolang we niet goed weten wat behandeling doet bij moeder en kind, zou ik er niet aan beginnen. We moeten eerst weten wat we die vrouwen kunnen bieden en of het zinvol is. Zo ver zijn we nog niet. Er is meer gerandomiseerd onderzoek nodig naar de effecten van de beschikbare behandelingen op korte en lange termijn.”
Bron: amc.nl