Gewichtstoename meten en registreren geeft een snel beeld van de groei van een baby. Belangrijk is wel de groei altijd te beoordelen in de context van ontwikkeling en gedijen. Ook de familiale groeipatronen kunnen een rol spelen. Daarnaast bepalen zwangerschapsduur, gezondheid bij de geboorte en eventuele geboortecomplicaties mede de interpretatie van de gewichtsevolutie.

Gonneke van Veldhuizen-Staas

Een breed wereldwijd onderzoek door de WHO laat zien wat de normale groei is voor een gezonde en optimaal gevoede zuigeling . Opvallend is dat deze groei vrijwel gelijk is voor kinderen van diverse etnische achtergronden.

Standaarden en curven
De WHO-groeistandaarden, ten onrechte vaak de ‘borstvoedingcurves’ genoemd, zijn echte standaarden, in tegenstelling tot de gebruikelijke groeicurven die ‘status quo’-bepalingen zijn. Standaarden zijn een doel om na te streven, namelijk kinderen zodanig voeden dat een hierin passende groei wordt verkregen, ongeacht of zij aan de borst of met kunstvoeding gevoed worden. Bepalingen op het gebied van status quo vergelijken daarentegen de groei van kinderen met de groei van duizenden andere kinderen die op willekeurige manieren worden gevoed.
Tussen de WHO-standaarden en de gebruikelijke groeicurven zijn meer opvallende verschillen. De meest opvallende is dat in de eerste de initiële groei sterk is, waarna deze afneemt na een maand of vier, terwijl in de tweede de initiële groei minder is en vervolgens slechts weinig afneemt.

Een tweede belangrijk verschil is de groei in de eerste week. Volgens de WHO-standaarden zal een kind in de eerste twee dagen iets afvallen en dan snel gaan groeien en al in die eerste week het geboortegewicht voorbij gaan. Het geboortegewicht wordt vervolgens in drie tot vier maanden verdubbeld door een snelle groei van gemiddeld 250 tot 300 gram per week; rond de eerste verjaardag weegt het kind dan tweeëneenhalf tot drie keer zijn geboortegewicht. De groeisnelheid is afhankelijk van het geboortegewicht en het geslacht.

‘Veel afvallen in eerste etmalen duidt op vocht- en niet op energieverlies’

Zwangerschap en baring
Voor het bereiken van groei binnen de WHO-groeistandaarden moet de eerste stap al worden gezet vóór het kind daadwerkelijk geboren is. Tijdens de prenatale voorlichting moeten ouders goede, eerlijke informatie krijgen, waarbij het belang van moeder en kind nabijheid (met zo mogelijk huidcontact) en zeer frequente voedingen wordt benadrukt. Dit geldt ook voor moeders die geen borstvoeding willen gaan geven. De behoefte aan lichamelijke nabijheid verdwijnt niet wanneer een andere voeding wordt verkozen, net zo min als de behoefte aan veelvuldige kleine voedingen. De tweede stap is het streven naar een baring met zo min mogelijk interventies. Baringsinterventies versterken de tendens naar opstartproblemen bij borstvoeding.

Goede start
Na de geboorte is het handelen van de zorgverlener gericht op het creëren van optimale omstandigheden voor een goede borstvoedingsstart. Direct na de geboorte komt het kind, drooggedept maar niet schoongewreven, bij moeder op de buik, met het hoofd in de richting van een borst, min of meer in de buurt van de borst. Dek moeder en kind samen toe. Moeders lichaam werkt als een thermostaat voor beiden. Zorg dat moeder en kind beiden met hoofd en schouders iets hoger liggen dan met het bekken (een hoek van 30 tot 45 graden). Indien er geen overduidelijke medische urgentie is, laat moeder en kind dan met rust tot minstens nadat baby voor het eerst heeft gedronken. Enige hulp bij het aanleggen is overbodig. De dichte nabijheid van moeder en kind gaat ook na dat eerste uur door zolang moeder en kind dat samen plezierig vinden.

Onderzoeken worden zo mogelijk op de moeder of direct naast haar uitgevoerd. Als moeder even weg moet voor toiletbezoek, blijft de baby bij voorkeur bij de vader of een ander naast familielid. Als moeder en kind het samen plezierig vinden, kan het vele huidcontact gewoon doorgaan. Er is geen dwingende reden om een kind aan te kleden of in een wiegje te leggen. Ook aangekleed blijven moeder en kind voornamelijk bij elkaar, maximaal op een armlengte afstand. Op deze manier zal de baby niet in een diepe slaap vallen, maar korte slaapjes doen en vaak even aan de borst gaan.

Colostrum
De eerste moedermelk, colostrum, is dik, gelig en extra rijk aan antistoffen en levende cellen die de baby beschermen tegen ziekten. De afgifte van colostrum in de eerste vierentwintig uur is per keer zeer gering (vijf tot zeven milliliter) en het is van groot belang dat de baby hiervan zo vaak mogelijk wat binnenkrijgt.
Nabijheid van moeder en kind en veelvuldig kleine beetjes colostrum beperken energieverlies en voorkomen daarmee te veel afvallen. Energieverlies wordt veroorzaakt door stress bij het alleen zijn, door het zelf op peil moeten houden van de lichaamstemperatuur en door onvoldoende voedselinname. Energieverlies voorkomen is de belangrijkste factor bij het beperken van gewichtsverlies en snel weer gaan groeien. De dichte moeder-kindnabijheid en het frequente voeden blijven minimaal doorgaan tot het kind niet meer afvalt en duidelijk gaat groeien. Daarna kan het gewoon zo doorgaan of een beetje minder als moeder dat liever heeft.

Eerste etmalen
Als alles gaat als gepland, zal de baby in de eerste twee dagen wat afvallen en dan gaan groeien. Het is dus zaak al in het eerste etmaal in de gaten te houden of dat ook zo gaat. Als de baby nog niet erg veel interesse heeft in de borst die eerste 24 uur, wat kan wijzen op een lichte dismaturiteit of op een enerverende geboorte, kan de moeder elk uur wat colostrum op een theelepeltje uitdrukken en zo van het lepeltje aan de baby geven. Soms hebben baby’s wat colostrum nodig om wakker en alert te worden, maar ze hoeven niet wakker en alert te zijn om te eten.

Een baby die in de eerste twee etmalen veel afvalt, zal waarschijnlijk ook erg veel plassen. Veel afvallen in de eerste etmalen duidt over het algemeen niet op energieverlies (en is dus geen indicatie voor bijvoeden!), maar op vochtverlies. We zien dit bijvoorbeeld bij kinderen van wie de moeder tijdens de baring een infuus had en syntocinon kreeg toegediend. Neem bij deze kinderen het ‘gewicht op vierentwintig uur’ als referentiegewicht, in plaats van het geboortegewicht. Bij het interpreteren van de groei na het afvallen, wordt uitgegaan van de groeilijn vanaf het laagste punt.

Flesvoeding
Ook kinderen die per fles worden gevoed (met humane melk of met kunstmatige zuigelingenvoeding) zouden moeten groeien volgens de WHO-standaarden. Dit houdt in dat ook zij moeten worden beschermd tegen energieverlies en dat zij vanaf de geboorte zeer frequente kleine hoeveelheden voeding nodig hebben. De eerste vierentwintig uur 5-10 ml per voeding, het tweede etmaal 10-20 ml en het derde 20-30 ml per voeding. Overdag elk uur en in de nachtelijke uren elke twee tot drie uur. Na de eerste drie dagen ligt het gemiddelde aantal voedingen op minimaal tien tot twaalf per etmaal.

Conclusie
De groei van pasgeborenen zuigelingen is afhankelijk van behoud van energie en voldoende eten. Energieverlies wordt voorkomen door moeder en kind dicht bij elkaar te houden met veel lichaamscontact en door vaak een beetje eten te geven, direct aan de borst of uitgedrukte melk op een lepeltje. Het voorkomen van temperatuurschommelingen is eveneens een aandachtspunt. Deze aanbevelingen gelden ook voor kinderen die kunstvoeding krijgen.

Meer weten?
– WHO Child Growth Standards: www.who.int/childgrowth/en/
– Online WHO-groeistandaarden (= tool voor ouders en zorgverleners):
www.borstvoeding.com/gc/groeicurve.html

Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige IBCLC, eigenaar van Eurolac, praktijk voor lactatiekunde (info@eurolac.net www.eurolac.net).

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan