Voor opvoeders valt het vaak niet mee om peuters en kleuters gezond te laten eten. Toch is het goed mogelijk om kleine kinderen groente te laten eten. De sleutel tot succes: volhouden en belonen. Dit blijkt uit onderzoek van promovendi Anouk van den Brand en Britt van Belkom aan Universiteit Maastricht.
Hoe minder groente je in die eerste jaren leert eten, hoe minder groot de kans is dat je dat als volwassene zal doen. Wetenschappers aan de Faculty of Psychology and Neuroscience (FPN) doen sinds vorig jaar onderzoek naar de cognitieve processen die hierbij aan het werk zijn.“In de eerste plaats is ons onderzoek relevant voor ouders die worstelen met het eetgedrag van hun kind,” zegt Anouk van den Brand. “Daar komt bij dat de vroege kindertijd een belangrijk moment is om gezonde eetgewoontes aan te leren.”
Gevoeligheid voor textuur
Van den Brand probeert erachter te komen wat maakt dat het ene kind een lastige eter is en het andere niet. Hiertoe volgt zij een groep kinderen van hun derde tot hun vijfde levensjaar op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Eén van de factoren die van invloed zijn, is de gevoeligheid voor textuur. Van den Brand gaat daarom niet op pad zonder bakjes gevuld met zand en smurfensnot. De peuters mogen er aan voelen en aangeven of ze het prettig vinden of niet.
Kinderen die bijvoorbeeld moeite hebben met zand op de handjes of onder de voetjes, blijken ook meer moeite te hebben met texturen van eten. Een andere factor die meespeelt is de verwachting. “Zo bekijken we of de kinderen groente van fruit kunnen onderscheiden. Kinderen die daar beter in zijn, weten beter wat ze kunnen verwachten en zijn over het algemeen minder moeilijk met eten.”
Groenteconsumptie bevorderen
Voor kleine kinderen helpt het dus om te weten wat ze eten. Dat is een inzicht waar opvoeders mee aan de slag kunnen. Promovendus Britt van Belkom onderzocht op kinderdagverblijven hoe groenteconsumptie bij kinderen tussen de één en vier jaar bevorderd kan worden. “In eerdere studies is al bewezen dat herhaalde blootstelling werkt,” zegt Van Belkom. “Als je een kind zo’n acht tot tien keer een bepaalde groente aanbiedt, is er een significante verhoging van hoe lekker het gevonden wordt. Het kind leert de groente kennen en waarderen.” Een belangrijke constatering, want de meeste ouders geven het op nadat ze vier keer iets hebben aangeboden. “Ga door tot acht á tien keer”, adviseert Van Belkom. Uit het onderzoek van Van Belkom blijkt dat een beloningssysteem dat effect nog eens versterkt. “Omdat je een beloning geeft, wil een kind eerder en vaker proeven en gaat het de groente in kwestie dus ook sneller lusten.”
Nog een tip: beloon eten niet met eten, want dat beïnvloedt het honger- en verzadigingssysteem van je kind. Gebruik in plaats daarvan bijvoorbeeld stickers, stempels of kaartjes, zoals veel ouders al doen bij de zindelijkheidstraining.
Rauw en gekookt
Stel jonge kinderen tot slot niet bloot aan de verschillende gedaantes van groente. “In onze studies werken we om praktische redenen alleen met rauwe groente,” zegt van den Brand. “Maar thuis kun je makkelijk laten zien hoe je van een rauwe wortel een stamppot maakt. Vergeet ook zeker niet om zélf te genieten van een knapperig radijsje of sappige tomaat; opvoeden is tenslotte voordoen. Laat kinderen zien dat jij groente eet en lekker vindt, daar leren ze zoveel van.”
Bron: maastrichtuniversity.nl
Zie ook:
