De ontwikkeling van het jonge kind vormt al tien jaar lang het onderzoeksveld van hoogleraar psychologie Susan Bögels aan Universiteit Amsterdam. In haar werk is zij meer en meer gefascineerd geraakt door de mogelijkheden van mindfulness voor het in goede banen leiden van de ontwikkeling van jonge kinderen. En daar blijft het niet bij. “Ik denk dat zorgprofessionals ook zelf veel profijt kunnen hebben van mindfulness.”
Met de steun van een VICI-subsidie van NWO doet Susan Bögels met haar team onderzoek naar de invloed van opvoedingsgedrag van ouders op de ontwikkeling van angst bij kinderen Daarbij worden gezinnen vanaf de zwangerschap tot een leeftijd van 7,5 jaar gevolgd. “De focus ligt op de vader, omdat die rol voor de ontwikkeling van het jonge kind nog nooit goed in beeld is gebracht”, vertelt de hoogleraar.
Beschermen én uitdagen
Belangrijk inzicht, pas recent naar voren gekomen, is dat een kind zowel overbescherming als uitdaging nodig heeft. “Een uitdagende vader is belangrijk. Vooral vaders kunnen namelijk de ontwikkeling van angst bij jonge kinderen afremmen door uitdagend opvoedgedrag te laten zien. Dat is bijvoorbeeld stoeien met het kind, het uitdagen tot een wedstrijdje of het stimuleren om van de hoge glijbaan af te gaan. Overbescherming door moeders lijkt geen probleem. Integendeel, door die beschermende houding ontwikkelen jonge kinderen vaak minder angst.”
Zij benadrukt dat deze conclusie indruist tegen een al veel onderzochte gangbare hypothese, namelijk dat beschermende ouders de angst in hun kind versterken. Toch verbaast de uitkomst haar niet. “Overbescherming, zeker bij jonge kinderen, is in feite een goede reactie van moeders. Evolutionair kunnen vrouwen immers maar een paar kinderen krijgen en dus is het zinvol om daar heel zuinig op te zijn.”
Angstig versus avontuurlijk
Overigens behoeven die rollen geen traditionele invulling. “Zowel de vader- als de moederrol kunnen elkaar compenseren. Dus wanneer de vader weinig uitdagend is, dan wordt het kind toch niet angstig als de moeder wel uitdagend is.” Wel geeft zij grif toe dat dit een ideaalplaatje is: in de praktijk komt het vaak genoeg voor dat beide ouders overbeschermend zijn. “Soort zoekt nu eenmaal soort, dus angstige mensen hebben eerder een klik, evenals uitdagende mensen. Gelukkig is de ene ouder vaak net iets minder angstig of uitdagend dan de ander. Als beide ouders namelijk erg angstig zijn, kan dat overslaan op hun kinderen. Dat hindert de ontwikkeling, omdat een té angstig kind alle uitdaging uit de weg gaat.”
In iedere editie van kwartaalmagazine VROEG komt een wetenschapper aan het woord. Nog geen abonnee? Doe het nu en u heeft tijdig de zomereditie in huis.
Naar de abonneerknop >