Recensie boek Lidwij Gerits – ‘Mentaliseren met gezinnen en partners – een praktische inleiding in de MBT-F’
Mentaliseren. Het is een term waar ontzettend waardevol werk rond te verrichten valt. Maar het blijft voor veel hulpverleners toch ook vaak nog iets vaags. Hoe doe je dat dan,mentaliseren? Waar leer je dat eigenlijk? Wanneer gaat dat goed en wanneer loopt dat minder? Aan wat zie, voel of merk je dat dan? En hoe kan je het mentaliseren weer verstevigen als het onder druk komt te staan?
Recensent Sofie Creemers
Auteur Lidewij Gerits neemt je in dit boek mee in de – bij tijden complexe – wereld van het mentaliseren. Ze heeft niets nieuws te vertellen, zo schrijft ze zelf in het voorwoord. Maar ze probeert de bestaande informatie wel op toegankelijke wijze beschikbaar te maken voor professionals die werken met gezinnen waarbij complexe dynamiek en problematiek speelt. Door de combinatie van theorie, een helder klinisch model voor MBT-F behandeling (Mentalisation Based Treatment for Families) en veel praktijkvoorbeelden, slaagt ze daar aardig in.
Mentaliseren, wat ís dat?
In een eerste deel neemt de auteur je mee door een uitgebreid theoretisch luik waarin allerlei facetten aan het concept mentaliseren helder belicht worden. Je leert er onder meer over de vier dimensies van mentaliseren en pre-mentaliserende modi. Je wordt niet alleen alert gemaakt voor signalen van effectief mentaliseren tussen mensen, maar ook waaraan je kan merken dat dit in relaties moeilijker verloopt. Verder leer je over de belangrijke bouwstenen die een rol spelen in het ontwikkelen van mentaliseren: aandachtregulatie, emotieregulatie en betekenisgeving. Begrippen als affectspiegeling, spel en speelsheid en epistemisch vertrouwen krijgen eveneens een plek. De rol van stress op het mentalisatievermogen en de impact van gehechtheidservaringen worden verder toegelicht. Met behulp van de ‘inhibitiecirkel’ leer je hoe er een negatieve interactiespiraal kan ontstaan wanneer intense emoties en sterke emotionele responsen binnen een relatie het mentaliseren onder druk zetten.
Mentaliseren, hoé doe je dat?
Een tweede luik in het boek focust op de MBT-F-behandeling. Doel hiervan is het versterken van mentaliserend vermogen van alle gezinsleden rond problematische interactiepatronen. Dit maakt dat zij ook bij oplopende spanning beter in staat zijn om samen over zichzelf, de ander en hun relatie te blijven mentaliseren. De behandeling bestaat uit een begin-, midden- en eindfase die achtereenvolgens uitgebreid en helder aan bod komen.
Rol therapeut
Bij dit alles is er steeds aandacht voor de rol van de therapeut. Terecht, want die moet ook goed over zowel zichzelf als alle aanwezigen in de therapie blijven reflecteren en mentaliseren. Dat is nodig om een echt ‘mentaliserend klimaat’ te laten bestaan tijdens de sessies. Aan bod komen onder meer duidelijke overzichten en voorbeelden van wanneer je merkt dat mentaliseren weer moeilijker loopt. Hetzelfde geldt voor een aantal technieken en interventies om daar ruimte voor te maken en iets in te bewegen of pre-mentaliserende modi te doorbreken. Je leert hoe je spanningsvolle dynamieken in de sessie kan oppikken en benoemen, in dat moment zelf mentalisatie kan bevorderen en het gezin kan laten voelen wat er dan anders loopt. Plus hoe je dit vervolgens naar situaties buiten de therapiekamer kan helpen generaliseren (de ‘MBT-F Loop’).
Zorgzaam afronden
Warme aandacht is er voor zorgzaam afronden in de eindfase. Dat blijkt immers een moment waarop mentaliseren, door activatie van voorgaande (hechtings)ervaringen rond afscheid, weer onder druk kan komen te staan.
Fijn is dat in verschillende hoofdstukken enkele casusvoorbeelden telkens terugkomen, waardoor je echt voeling kan krijgen met de verschillende lagen in zo’n verhaal. Denkoefeningen aan het einde van elk hoofdstuk zetten de lezer meteen aan het werk om de inhoud te verwerken.
Pluspunt is verder dat het boek wordt verrijkt met waardevolle bijlagen, waaronder een ‘Mentaliserend gezinsprofiel’ en een Nederlandse vertaling van de ‘MBT-F-therapeut Adherence Scale’ die je helpt alert te blijven op of te oordelen over de belangrijkste kwaliteiten van de behandelaar. Een andere bijlage geeft een voorbeeld van een ‘MBT-F behandelplan’ , met de vrijheid dat verder naar eigen wensen aan te passen. Het voorbeeld is volledig ingevuld zoals in de praktijk, zodat je ook de vertaalslag naar casusmateriaal makkelijk kan maken. Tot slot is er nog een zeer uitgebreide bijlage ‘MBTi voor ouders’, als voorbeeld van een psycho-educatieprogramma rond MBT.
Waardevol
De inhoud is met momenten een hele kluif, maar de vlotte leesstijl, casusvoorbeelden en in het oog springende kaders waarin kernboodschappen verwerkt zitten, maken het zeker behapbaar. IMH-therapeuten blijven misschien een beetje op hun honger zitten, omdat MBT-F zich voornamelijk toespitst op gezinnen met iets oudere kinderen (ongeveer vanaf 7 jaar). Voor gezinnen met jonge kinderen gaat de voorkeur naar behandelingen specifiek gericht op het versterken van mentaliserende vermogens van ouders. Maar dat neemt niet weg dat je waardevolle input kan vinden in hoe je het mentalisatievermogen van ouders en partners onderling kan inschatten en verstevigen, zodat er meer begrip en vertrouwen kan ontstaan in de partnerrelatie. En dat zet vast ook al wat in beweging betreffende het mentaliseren naar het jonge kind toe.
De theorie en aandachtspunten in de behandeling zijn dus breder toepasbaar dan het aanvankelijk doet vermoeden. Met name hoofdstuk 8 over interpersoonlijk mentaliseren neemt je mee in dynamieken die je evengoed vaak in het IMH-werk kan tegenkomen: momenten van automatisch mentaliseren, waarin gehechtheidssysteem geactiveerd worden. Hoe je jezelf en anderen dan gaat zien krijgt een absoluut en rigide karakter, gebaseerd op eerdere hechtingservaringen.
Breuken herstellen
Tenslotte graag nog een pluim voor hoe het functioneren en het méns zijn van de therapeut aan bod komt. “Een beetje aanmodderen mag”, zei Peter Fonagy ooit, schrijft Gerits. Soms zie je dingen over het hoofd of heb je iets fout ingeschat. Lidewij citeert Winnicott’s ‘goed genoeg is goed genoeg’, en zegt daarbij dat afstemming tussen hulpverlener en cliënt, net zoals die tussen ouder en kind, niet altijd vlekkeloos verloopt. Dat is niet erg. Zolang we breuken maar willen herstellen. Belangrijker dan begrijpen is het willen begrijpen. Daarmee heeft de auteur het belangrijkste prachtig duidelijk gemaakt.
Mentaliseren met gezinnen en partners
Sofie Creemers is klinisch psycholoog (K.U.L.), Infant Mental Health deskundige (RINO Vlaanderen), praktijkspecialist Perinatale geestelijke gezondheidszorg (Gio vzw.), en mama van twee jonge kinderen. Momenteel is ze in Vlaanderen werkzaam in De Wieg, een specifiek aanbod voor ouders in het peripartum, en ouders met hun baby of peuter, binnen een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG Ahasverus). Daarnaast heeft ze ervaring opgedaan in het werken met de allerkleinsten als psycholoog in onder meer moeder-kindafdelingen (pediatrie, neonatologie, …) van meerdere ziekenhuizen, infantpsychiatrie, en vroeginterventieprogramma’s.