Vaak kenmerkt kwetsbaar ouderschap zich door de moeilijke persoonlijke omstandigheden. Deze kunnen weliswaar heftig zijn, maar zijn meestal niet het enige wat opvoeden complexer maakt. Neem de casus van Merle, die praten tegen je baby de grootste onzin vindt. Niet alleen tijdens de zwangerschap, maar ook na de geboorte. ‘Praten met mijn baby voelt onnatuurlijk.’
‘Praktijkverhalen uit de eerste 1000 dagen van een ouder en kind’. Onder deze titel publiceren wij met enige regelmaat een praktijkcase. In deze aflevering doet VoorZorgverpleegkundige Saskia Slikkerveer verslag van haar huisbezoeken aan Merle. Eerst tijdens haar zwangerschap en vervolgens na de geboorte van Lise.
Waar voor veel ouders communiceren met je baby de normaalste zaak van de wereld is, kijkt Merle me aan alsof ik zojuist een hele rare vraag heb gesteld. Of ze wel eens tegen haar baby praat? Ze kijkt naar haar buik en daarna weer naar mij. Ze lacht me nog net niet uit. Wat een onzin.
Ik leg haar uit dat haar dochter haar al kan horen en zelfs haar stem al kan herkennen als ze veel tegen haar praat. En dat dit kan bijdragen aan een goede hechting. Al snel zie ik aan Merle dat ze me niet echt gelooft en dat ze bij het idee alleen al ongemakkelijk wordt. Dit moet ik anders aanpakken.
Merle wil er op zich wel meer over weten maar niet nu, dus we laten het onderwerp even rusten. De weken erna ontstaat hiervoor wat ruimte. Want, zo zegt ze, als het echt zo is dat ze daarmee de band met haar dochter kan versterken, wil ze hier wel iets mee doen. Ook als het heel raar en ongemakkelijk voelt. Omdat ik juist wil dat het iets positiefs is, gaan we samen op zoek naar manieren die bij haar passen. Merle woont alleen en heeft weinig contact met haar familie. Ze ziet haar vriendinnen een paar keer per jaar. Dus wordt er sowieso erg weinig gesproken in huis. Wel houdt ze van lezen. Voorlezen aan de baby gaat haar een stap te ver, maar af en toe hardop lezen uit een eigen boek wil ze wel proberen.
Twee weken later kom ik weer langs. Merle vertelt me dan uit zichzelf dat ze nu elke dag even hardop leest en dat het inmiddels net leek alsof haar baby hierop reageert. Daarom wilde ze nu ook proberen een kinderboek voor te lezen. Een hele overwinning!
Dit lukt haar tot de geboorte van Lise. Daarna wordt het weer stil. Stil als ze de luier verschoont. Stil als ze voedt. Stil als ze haar in bedje legt. Als ik hier voorzichtig naar vraag, zie ik weer dezelfde ongemakkelijkheid verschijnen. Wat moet ze dan zeggen? Lise begrijpt toch niets van wat ze zegt? Ze gelooft niet zo in het nut hiervan. En het voelt heel onnatuurlijk. Moet het echt of kan het ook zonder? Na mijn uitleg over hechting en spraak-taalontwikkeling wil Merle het toch proberen. Maar ze houdt zo haar bedenkingen.
In overleg besluiten we een verzorgmoment te filmen waarin Merle probeert wat te zeggen tegen Lise. We nemen het samen door: wat zou je wanneer kunnen zeggen? Dit alles heel vrijblijvend om Merle niet te dwingen tot iets wat ze niet wil. Ik merk dat ze het moeilijk vindt, maar ze doet het!
Tijdens de opname zie ik al meteen het effect van haar woorden op Lise én Merle zelf. Ik houd mijn enthousiasme nog even voor me en de week erna kijken we samen naar de beelden. Die spreken voor zich, waardoor Merle ziet: dit doet ons beiden goed. Dit maakt dat ze over haar ongemakkelijkheid heen durft te stappen en taal integreert in de zorgmomenten. Het duurt nog wel een paar maanden voordat het echt goed voelt en automatisch gaat, maar bij mijn laatste huisbezoek viel ik met mijn neus in de boter. Lise kreeg net een schone luier en Merle kletste ontspannen tegen haar. Op haar beurt brabbelde Lise vrolijk terug. Missie geslaagd!
Saskia Slikkerveer,
VoorZorgverpleegkundige
Zie ook: