Ieder jaar weer staan veel jonge kinderen bloot aan seksueel misbruik. Vaak bestaat er al wel een vermoeden, maar neemt niemand actie. Het ontbreken van een eenduidige werkwijze voor professionals is hier debet aan. Dat blijkt uit onderzoek van het Landelijk Psychotraumacentrum in het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht.

Een vermoeden van seksueel misbruik kan een ontwrichtend effect hebben op de direct betrokkenen. Wanneer dit vermoeden van seksueel misbruik geuit wordt van de ene naar de andere ouder ontstaat een extra complicerende factor. Vaak blijft de vraag of het seksueel misbruik feitelijk heeft plaatsgevonden onbeantwoord. Toch moeten er voor de veiligheid van het kind besluiten worden genomen met soms verstrekkende gevolgen. Onderzoeker Arend Groot: “Het wordt nog lastiger wanneer zich op de achtergrond een echtscheidingsstrijd afspeelt. In het geval dat het misbruik heeft plaatsgevonden of nog plaatsvindt, is er kans op schadelijke psychosociale gevolgen als het kind niet wordt beschermd of niet de juiste hulp krijgt. Ook is er kans op schade bij het kind wanneer het misbruik niet heeft plaatsgevonden en het kind op onjuiste gronden langdurig wordt afgeschermd van een ouder.”

Aanbeveling

In het rapport staat een aantal aanbevelingen. De belangrijkste aanbeveling is dat er een standaard werkwijze moet komen met een tijdspad dat helder is voor de betrokken professionals én de ouders. Onderzoeker Arend Groot: “Uitgangspunt hierbij is dat een vermoeden van seksueel misbruik bij jonge kinderen altijd onderzoek vereist, ook als er sprake is van een echtscheiding, en dat hulpverleners zich niet laten leiden door vooringenomenheid”. In het belang van kinderen en ouders dient het onderzoek bij voorkeur zo snel mogelijk plaats te vinden binnen een multidisciplinaire setting zoals bijvoorbeeld het Centrum Seksueel Geweld (CSG) waar politie en (medische) hulpverleners nauw met elkaar samenwerken.

Resultaten

In het dossieronderzoek vergeleek men drie groepen met elkaar. Het ging om kinderen van gescheiden ouders en kinderen van niet-gescheiden ouders. Onder de gescheiden ouders betrof het zowel een groep waarbij de ene ouder de andere ouder beschuldigt van seksueel misbruik als een groep zonder beschuldiging van de ene naar de andere ouder.

De groep kinderen met gescheiden ouders die elkaar beschuldigen van seksueel misbruik bleek op een aantal aspecten te verschillen van de andere twee groepen. Bij de eerste groep duurde het langer voordat er een onderzoek kwam rond de uitspraken en/of gedragssignalen. Ook waren er vaker aanwijzingen voor mogelijke beïnvloeding van het kind door de ouder(s). Desondanks bleek voor alle groepen dat bij ongeveer een kwart van de kinderen het Psychotraumacentrum de zorgen over het vermoedelijk misbruik deelden. Het feit dat er een echtscheiding is, waarbij de ex-partners elkaar beschuldigen, mag daarom niet op voorhand bepalend zijn voor de aanpak.

Uit de interviews met de jeugdprofessionals bleek dat zij vaak twijfelen over wat te doen bij vermoedelijk seksueel misbruik en ouders die elkaar beschuldigen. Ook leggen de interviews bloot hoe groot hun behoefte is aan duidelijkheid na het ontstaan van een vermoeden. Het ging bijvoorbeeld om wie wanneer met het kind mag spreken en hoe de gespreksvoering dient te verlopen in het geval er geen betrokkenheid is van politie.

Advertentie

Over het onderzoek

In het onderzoek zijn 210 dossiers geanalyseerd van jonge kinderen (3 t/m 8 jaar) uit gescheiden en niet-gescheiden gezinnen. Bij deze kinderen bestond een vermoeden van seksueel misbruik op basis van uitspraken, lichamelijke en/of gedragssignalen. Deze kinderen waren aangemeld bij het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) voor medisch onderzoek door de kinderarts en diagnostiek door het Psychotraumacentrum in het kader van zorg. De politie was betrokken bij de helft van alle kinderen. Daarnaast zijn er interviews afgenomen met professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming die in hun werk te maken hebben met vermoedelijk seksueel misbruik in combinatie met echtscheidingsproblematiek. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving www.SASS.nl.

Vermoedens van seksueel misbruik bij jonge kinderen tegen de achtergrond van een scheiding en verdenking van de ene naar de andere ouder

Bron: Persbericht Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zie ook:

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan