Recensie: ‘Over leven met ARFID’ door Sylvia v/d Salm
De afkorting ARFID staat voor Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder. In het Nederlands spreken we van een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. Er zijn drie verschillende subtypes van ARFID. Iemand kan weinig interesse in eten hebben en hierdoor weinig of heel selectief eten. Het kan ook zijn dat iemand heel gevoelig is voor de sensorische kenmerken van eten. Daarnaast kan iemand weinig eten door een trauma, bijvoorbeeld na verslikken. ARFID komt vaak voor in combinatie met autisme.
Hoewel deze stoornis sinds 2013 een officiële diagnose is en in de DSM-5 staat, is deze stoornis nog niet bij iedereen bekend. Hierdoor hebben ouders en kinderen veel moeite om de juiste hulp te vinden. Schrijfster Rita Maris, moeder van twee zoons met ARFID is in gesprek gegaan met ervaringsdeskundigen en professionals en heeft deze gesprekken gebundeld. Met dit boek wil ze ARFID bij zorgverleners en ouders onder de aandacht brengen.
Professionals aan het woord
In dit boek komen veel verschillende professionals aan het woord. Iedere professional legt vanuit zijn/haar vakgebied uit welke problemen bij ARFID een rol kunnen spelen en hoe een mogelijke behandeling eruit kan zien. Zo vertelt een gedragswetenschapper/cognitief gedragstherapeut wat (cognitieve) gedragstherapie is en welke rol angst binnen ARFID speelt. Een preverbaal logopedist vertelt over het leren kauwen. Weer andere professionals leggen onderwerpen uit zoals hongerprovocatie, sondevoeding of voedselallergie. Ook de relatie tussen autisme en zintuiglijke problemen en de context bij eten komt aan bod. Omdat er zoveel verschillende deskundigen aan het woord komen, wordt ARFID van alle kanten duidelijk belicht.
Ervaringsdeskundigen vertellen
De bijdragen van professionals worden afgewisseld met hoofdstukken waarin ouders met een kind met ARFID aan het woord komen. Hierin verhelderen zij hun zorgen, de lange weg op zoek naar de juiste hulp en de problemen die ze in de omgeving tegenkomen. De lichamelijke en psychische impact voor degene met ARFID, maar ook voor hun directe omgeving zal bij veel lezers voor herkenning zorgen. Ook jongvolwassenen doen in het boek hun verhaal. Omdat zij kunnen uitleggen hoe zij hun eetstoornis ervaren, vormen hun verhalen een waardevolle bijdrage.
De oplossing
Maris eindigt met de conclusie dat er geen breed toepasbare oplossing voor iedereen met ARFID bestaat. De oorzaak van de eetstoornis uit zich in ieder kind anders, waardoor ieder kind een andere aanpak nodig heeft. Dit komt ook duidelijk terug in de verhalen van de ervaringsdeskundigen. Bij het ene kind werkt hongerprovocatie goed, bij het andere kind werkt cognitieve gedragstherapie beter. Weer andere ouders vertellen dat ze de juiste aanpak nog niet zijn tegengekomen. Juist hierom is het fijn dat in dit boek zoveel verschillende professionals en ervaringsdeskundigen aan het woord komen. Er komen veel mogelijke behandelopties en tips in naar voren. In het laatste hoofdstuk van het boek wordt informatie gegeven over de Vereniging Nee-Eten! en WEET. Beide verenigingen zijn er voor mensen met een eetstoornis en hun omgeving.
Bron van informatie
Wat goed dat dit boek er is! Het is belangrijk dat een breed publiek weet dat de diagnose ARFID bestaat en weet wat het inhoudt. Het boek is prettig leesbaar. Het geeft herkenning en ook veel tips. Ik raad het boek daarom iedereen aan, die te maken heeft met mensen met eetproblemen met of (nog) zonder de diagnose ARFID. Dit boek is een bron van informatie voor studenten, zorgverleners, ouders, mensen met ARFID en hun omgeving.
Sylvia v/d Salm is leerkracht en logopedist. Momenteel werkt zij als logopedist in een kinderdagcentrum. Daar behandelt zij logopedische problemen bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand, autisme, cerebrale parese, Downsyndroom, ernstige meervoudige beperking of andere syndromen.
