Ieder jaar weer vragen veel ouders professionele hulp vanwege onhandelbaar gedrag van hun jonge kind. Hoe daarmee om te gaan? “Videofeedback helpt die vraag te beantwoorden”, weet prof. dr. Marian Bakermans-Kranenburg. “De interventie helpt ouders niet alleen om de behoeften van het kind goed te begrijpen, maar ook om op een effectieve manier grenzen te stellen. De combinatie van deze twee invalshoeken maakt de interventie zeer effectief.”
Interview Vakblad VROEG
Lastig gedrag komt voor in allerlei vormen. Ouders vinden het bijvoorbeeld lastig als kinderen ‘nee’ zeggen als ze iets moeten doen. Niet reageren op een vraag of opdracht (“kom je aan tafel?”) kan ook ergernis opwekken. Of neem kinderen die alsmaar spullen van andere kinderen afpakken of niet willen delen. “Dat zijn stuk voor stuk situaties die alle ouders wel herkennen”, aldus Marian. Wat dan te doen? “Dat verschilt per gezin. ‘Makkelijke’ kinderen laten zich rustig bijsturen, terwijl ‘moeilijke’ kinderen eerder explosief reageren. Dit kan zo uit de hand lopen dat er professionele hulp nodig is.”
Sensitief grenzen stellen
Bij het zoeken naar een geschikte interventie kan geput worden uit de gehechtheidstheorie. “De essentie hiervan is dat kinderen gezien en begrepen willen worden”. Ook de sociale leertheorie biedt aanknopingspunten. “Dan speel je in op het feit dat kinderen gevoelig zijn voor feedback en daarvan leren.” Tot voor kort werd vaak gedacht dat de twee interventiemogelijkheden met elkaar botsen: als je voor de ene aanpak kiest, is de andere niet passend. “Volstrekt ten onrechte”, zegt Marian. “Eigenlijk sluiten ze mooi bij elkaar aan in wat we ‘sensitief grenzen stellen’ noemen. Juist daarom is het toepassen van videofeedback bij het behandelen van deze kinderen vaak effectief.”
Marian doelt op de interventie Video-Feedback to promote Positive Parenting and Sensitive Discipline, kortweg VIPP-SD. “Deze interventie combineert de twee invalshoeken. Een nieuwe meta-analyse van 25 gerandomiseerde studies, nog maar net uitgevoerd, toont aan dat de interventie werkt.”
‘Profiteer bij behandelen van lastig gedrag van de meerwaarde van videofeedback’
Succesfactoren
Wat maakt dat deze methode zulke goede resultaten oplevert? “De effectiviteit heeft te maken met een aantal kenmerken van videofeedback. “Wat zeker aan het succes bijdraagt, is dat de ouder wordt erkend als expert van zijn of haar specifieke kind. Dit biedt direct al ingangen om hun competenties te versterken. Wat ook helpt, is de heldere focus.” Daar komt bij dat de interventie gestandaardiseerd is. “Dit betekent dat elke sessie een specifiek thema heeft maar zich tegelijkertijd wél specifiek richt op het gezin in kwestie. Het thema wordt namelijk besproken aan de hand van de video-opnames van deze ouder en dit kind.” En dan is er nog het gegeven dat video-feedback prachtige kansen geeft voor twee keer kijken. Dat biedt extra mogelijkheden om te benoemen wat het kind doet en daarop samen met de ouders te reflecteren.”
Ingrediënten
Een bijzonder kenmerk tot slot is dat men ook zonder de VIPP-SD te gebruiken de werkzame ingrediënten van de interventie kan benutten. Hoe verklaart Marian dit? “Video-feedback wordt op zich in meer interventies gebruikt. We denken dat juist de manier waarop dat in VIPP-SD gebeurt de interventie effectief maakt. Dat neemt niet weg dat de werkzame ingrediënten je op ideeën kan brengen voor toepassing in je eigen werk. Doe je dit, dan zit je misschien al wel dicht bij het gebruik van de interventie.”
Marian heeft nog een hartenwens. “Alle ouders willen hun kinderen goed opvoeden. Geen enkele ouder doet het expres fout. Mijn wens is dat ouders de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om hun opvoeding op de rails te krijgen en te houden. Daardoor kunnen ze weer ontdekken hoe leuk hun kinderen zijn in plaats van hoe moe ze worden van het opvoeden.”
Prof. dr. Marian Bakermans-Kranenburg studeerde Pedagogiek in Leiden en promoveerde op een onderzoek naar het Gehechtheidsbiografisch Interview. Zij doet onderzoek naar de neurobiologische aspecten van ouderschap, waaronder hormonen en breinreacties op bijvoorbeeld huilende baby’s. Recent onderzoek richt zich op mannen die hun eerste kind krijgen.
Daarnaast is zij co-ontwikkelaar van de VIPP-SD interventie om ouders te ondersteunen in hun omgang met (lastig) gedrag van hun kinderen. De interventie is door het Nederlands Jeugd Instituut in de hoogste categorie van ‘evidence-based’ geclassificeerd. Zij werkt momenteel als hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Zie ook:
- Observeerbaar gedrag topje van de ijsberg bij opvoedingsondersteuning
- Autisme-interventie met videofeedback verbetert interactie tussen ouders en kind