De manier waarop ouders reageren op hun kinderen wordt bepaald door een mix van omgevingsfactoren en genetische aanleg van zowel de ouders als de kinderen. Dit blijkt uit het onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Jana Runze. De resultaten sluiten aan bij de actuele behoefte aan meer gerichte ondersteuning in een tijd waarin veel ouders worstelen met opvoedingsvraagstukken en stress.
Jana Runze keek naar de genetische aanleg van ouders en kinderen, observeerde oudergedrag en onderzocht de effectiviteit van een ouderinterventie. Het doel was om te begrijpen hoe ouderschap en kindontwikkeling worden beïnvloed door genen en omgevingsfactoren, zoals socio-economische status en cognitieve kenmerken. “Mijn onderzoek benadrukt hoe complex ouderschap is”, vertelt Jana Runze. “Maar het laat ook zien hoe we ouders kunnen ondersteunen en de ontwikkeling van kinderen kunnen bevorderen.”
In deze podcast van ‘Over onderwijs en opvoeding’ vertelt Jana over haar onderzoek. Luister hier via spotify
Video-feedback interventie
Een belangrijk onderdeel was het onderzoeken van het effect van een video-feedback interventie gericht op het verbeteren van ouderlijke sensitiviteit en sensitief disciplineren, genaamd VIPP-SD. Kinderen van families die deze interventie kregen, hadden minder gedragsproblemen en lagere stressniveaus, gemeten aan de hand van cortisol in hun haar.
Gerichte ondersteuning
De onderzoeksbevindingen hebben belangrijke implicaties voor ouders, gezinnen en de maatschappij als geheel. Ze bieden inzicht in hoe ouderschap wordt beïnvloed door genetische aanleg en omgevingsfactoren. Dit kan ouders helpen begrijpen waarom ze op een bepaalde manier reageren op hun kinderen en waarom hun kinderen zich op een specifieke manier gedragen.
“Een interessante toepassing zit in effectieve ondersteuningsprogramma’s voor ouders”, aldus Runze. “Bijvoorbeeld, het gebruik van interventies gericht op het verbeteren van ouderlijke sensitiviteit en sensitief grenzen stellen kan bijdragen aan een betere emotionele ontwikkeling van kinderen en het verminderen van gedragsproblemen. Dat heeft effect op de gezinsrelaties en de ontwikkeling van kinderen.”
De resultaten sluiten aan bij de actuele behoefte aan meer gerichte ondersteuning voor ouders en gezinnen, vooral in een tijd waarin veel ouders worstelen met opvoedingsvraagstukken en stress, en er veel vraag is naar methoden die ouders helpen bij de opvoeding van hun kinderen.
Bron persbericht VU
Het proefschrift van Jana Hunze is hier te downloaden.