Een vroeggeboorte schopt beginnend ouderschap volledig in de war, vertelt Fernanda Sampaio de Carvalho, werkzaam op de afdelingen verloskunde en ic-neonatologie van Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis. “Het brengt, zeker bij een eerste kind, allerlei angst en onzekerheden met zich mee. Naast de vraag of hun kind wel levensvatbaar is, speelt de angst voor latere gezondheids-, leer- en sociale problemen. Vanaf het begin af aan is hun ouderschap belast met allerlei zorgen en angsten.”
Een prematuur kind verstoort de voorbereiding op het ouderschap volledig. “Men verwacht een voldragen en gezond kind te zullen krijgen”, aldus Fernanda Sampaio de Carvalho, GZ- en Klinisch psycholoog, psychotherapeut en IMH-specialist. “Vervolgens wordt veel eerder dan gedacht een kind geboren dat soms minder dan 600 gram weegt. Een baby bovendien die er totaal anders uitziet, niet roze en schattig, en met een heel ander toekomstperspectief.”
Belast begin
Fernanda wijst erop dat het vaak jonge mensen zijn die van het ene op het andere moment worden geconfronteerd met een vroeggeboorte. “Ze zijn wel partners, maar nog geen ouders. Vervolgens worden ze ook nog eens vader en moeder van een kind waarbij vanaf het allereerste begin allerlei zorgen spelen. ‘We weten niet of het kind het zal overleven’, horen ze bijvoorbeeld van het medisch team. Of: ‘We weten niet of jullie kind er allerlei handicaps aan zal overhouden.’ Ga er maar aan staan. Ze zitten plotsklaps in een totaal ander traject dan toen ze nog heerlijk zwanger waren. Alles valt in één klap weg. Het is dus een belast begin met veel angsten en zorgen.”
Extra alerte ouders
Een en ander zet direct zijn stempel op de zich ontwikkelende ouder-kindrelatie. “Natuurlijk zijn ouders heel erg blij wanneer ze na al die maanden in het ziekenhuis hun kind mee naar huis kunnen nemen. Tegelijkertijd zijn ze vaak voortdurend extra alert. Bij elk kuchje en bij elke ontwikkelingsstap doemen de zorgen weer op. En intussen speelt de angst of hun kind wel zal gaan praten of lopen. Ook de angst om hun kind te verliezen blijft nog heel lang bestaan, zelfs als hun kind al lang uit de gevarenzone is.”
Oren en ogen ontwikkelen
Fernanda hoopt van harte dat zorgprofessionals in het veld oren en ogen ontwikkelen voor deze problematiek. “Op dit vlak is er nog een wereld te winnen. Neem ouders die met hun kind bij een zorgprofessional komen, bijvoorbeeld een psycholoog, een kindercoach of een remedial teacher. Veelal is er dan beperkte kennis over hoe de ontwikkeling van prematuur geboren kinderen verloopt. Hetzelfde geldt voor het effectief ondersteunen van de ouders. Ik adviseer om altijd naar die eerste periode te vragen, ook als het kind al vijf jaar of ouder is. Informeer even van ‘hoe is het toen gegaan’. Check ook hoe dit traumatische begin mogelijk doorwerkt als het kind ziek is, het op school problemen heeft of misschien wat minder vriendjes maakt. Luister vanuit de achtergrond van hun prematuriteit. Neem dat vervolgens mee in je behandeling.”
Opereren vanuit de IMH-visie, de afkorting staat voor Infant Mental Health, biedt in de begeleiding houvast. “Op zich is IMH geen behandeling, maar een visie gericht op de ontwikkeling van de ouder-kindrelatie. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat wat het kind met zich meebrengt van invloed is op hoe het ‘geouderd’ wordt. Tegelijkertijd brengt de ouder zijn eigen binnenwereld en zijn eigen voorgeschiedenis in. Realiseer je hierbij als hulpverlener dat je met jouw adviezen zelf ook de ouder-kindrelatie beïnvloedt.”
Interview Vakblad VROEG