Specialisten moeten voorzichtig zijn bij een behandeling met een schildklierhormoon bij zwangere vrouwen. Niet alleen kan toediening van het hormoon leiden tot zwangerschapscomplicaties zoals vroeggeboorte en zwangerschapsvergiftiging. Ook de hersenen van het kind kunnen beschadigd worden.
Dat blijkt uit promotieonderzoek van Tim Korevaar, verbonden aan het Erasmus MC Academic Center for Thyroid Diseases, waarover NU.nl bericht. Hij voerde het onderzoek uit in samenwerking met professor Robin Peeters en professor Henning Tiemeier.
Jaarlijks wordt bij naar schatting vijf procent van de zwangeren een –milde- afwijking in het schildklierhormoon gevonden. Zwangeren met een mild tekort aan schildklierhormoon krijgen op dit moment vaak nog een volledige dosis schildklierhormoon toegediend. Omdat een ongeboren kind afhankelijk is van het schildklierhormoon van de moeder, kan een tekort leiden tot een verminderde ontwikkeling van de hersenen. Artsen proberen dit te voorkomen door de schildklierhormoonspiegel zo vroeg mogelijk tijdens de zwangerschap op peil te krijgen.
De onderzoekers concluderen dat het belangrijk is om voorzichtig te werk te gaan bij het behandelen van zwangere vrouwen met schildklierhormoon. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, was het idee, maar bij een verkeerde dosis kan deze methode het risico op zwangerschapscomplicaties zoals vroeggeboorte en zwangerschapsvergiftiging verhogen.
In zowel de groep met een tekort als met een teveel aan schildklierhormoon zagen de onderzoekers een gemiddeld IQ verlies van vier punten. Uit het onderzoek blijkt dat in de groep van zwangeren met te lage én te hoge schildklierhormoon concentraties het aantal kinderen met een IQ dat past bij leerproblemen (minder dan 85 punten) bijna verdubbelt.