We beginnen als hulpeloos baby’tje en twee jaar later zijn we een peuter die loopt, wijst en praat. Hoe kan dit allemaal binnen twee jaar gebeuren? Nieuwsgierigheid, vermoedt hoogleraar Sabine Hunnius, is de drijvende kracht achter onze ontwikkeling.

Sabine Hunius: ‘We voorspellen dat kinderen als ze ergens niet beter in worden naar iets nieuws op zoek gaan’

Hoe kan het dat jonge kinderen zo snel leren? Deze vraag vormt de rode draad van het onderzoek van Sabine Hunnius, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud Universiteit. In haar nieuwste onderzoek, waarvoor zij recent een beurs ontving, onderzoekt Hunnius de rol die nieuwsgierigheid speelt bij cognitieve ontwikkeling. ‘Blijkbaar hebben we iets in ons dat ons drijft steeds iets nieuws te leren”, zegt ze op radboudrecharge.nl. ‘Dit zien we al bij heel jonge baby’s.’ In een eerder onderzoek kregen baby’s twee plaatjes te zien. Het ene kenden ze goed, het andere niet. Ze keken vooral naar het nieuwe plaatje. ‘We weten dat nieuwsgierigheid kinderen drijft. Ik stel de vraag, zouden kinderen daarin van elkaar kunnen verschillen?’

Complex brein

Mensen zijn relatief lang hulpbehoevend, vergeleken met dieren, maar dat heeft te maken met ons complexe brein. ‘Dieren zijn sneller “af”,’ legt Sabine Hunnius uit, ‘maar ze leren ook minder. Er ligt genetisch al meer vast.’ Leren betekent je zo goed mogelijk aanpassen aan de omgeving waarin je opgroeit. Dat kunnen mensen heel goed. Zo worden kinderen bijvoorbeeld al geboren met een voorkeur voor de moedertaal, omdat ze deze taal hebben gehoord terwijl ze nog in de buik zitten. ‘Vanaf dat ongeboren baby’s kunnen horen, leren ze al dingen over hoe de taal om hen heen in elkaar zit.’

Nieuwsgierigheid

De drang om nieuwe dingen te leren is eigenlijk vreemd, vindt Hunnius. ‘Neem een kind dat fantastisch kan kruipen, maar toch met vallen en opstaan wil leren lopen. Waarom zou je iets doen waar je helemaal nog niet goed in bent?’ In de robotica, waar wordt gewerkt aan het ontwerpen van zelflerende machines, bestaat het vermoeden dat mensen, maar ook dieren, het leren van iets nieuws intrinsiek als belonend ervaren. Hunnius verwacht daarnaast dat de mate waarin iemand leren als intrinsieke beloning ervaart, bij de ene mens sterker is dan bij de andere.

Lerend vermogen

Een nieuwsgierig kind, gaat ergens helemaal in op. Hunnius veronderstelt dat kinderen deze aandacht behouden, zolang zij nog iets leren. ‘We voorspellen dat kinderen als ze ergens niet beter in worden – omdat het te moeilijk is of omdat ze alles al hebben geleerd – naar iets nieuws op zoek gaan.’ Dit onderzoekt Hunnius in haar lab, waar ze kinderen speciaal ontworpen spelletjes laat spelen en in de gaten houdt wanneer ze hun interesse verliezen. Ook bestudeert ze kinderen in hun natuurlijke omgeving. Zo voorspelt ze bijvoorbeeld dat kinderen interesse krijgen in het lopen, zodra ze niet meer echt beter worden in het kruipen.

Hunnius is vooral geïnteresseerd in hoe sterk het verband is tussen het moment waarop een kind niet meer leert en naar iets nieuws op zoek gaat. Hoe nauwer het verband, hoe beter voor de cognitieve ontwikkeling. Als dit verband minder sterk is – misschien blijft een kind een spelletje spelen terwijl het er niet meer beter in wordt of verliest het de aandacht lang voordat het is uitgeleerd – zou dit op den duur minder voordelig kunnen zijn voor de cognitieve ontwikkeling. Dit zal in een meerjarig onderzoeksproject worden uitgezocht waarbij kinderen gevolgd worden vanaf hun kleuterjaren totdat ze naar school gaan.

Ideale omgeving

Uiteindelijk wil Hunnius weten of het mogelijk is om ieder kind een optimale leeromgeving te kunnen bieden. Kun je kinderen die leren als minder belonend ervaren, extrinsiek belonen? Terwijl je juist een kind dat leren uit zichzelf al fijn vindt, niet extra beloont, omdat dat mogelijk averechts kan werken? ‘Daarbij willen we gaan samenwerken met kinderdagverblijven, bijvoorbeeld door trainingen voor medewerkers te ontwerpen. Hoe herkennen we nieuwsgierigheid bij kinderen? Als we dat weten, kunnen we een passende omgevingen maken voor ieder kind.’

Zie ook: Eerste levensjaren cruciaal voor ontwikkeling >

Baby & Child Research Center

Sabine Hunnius is hoofdonderzoeker en directeur van het Baby & Child Research Center. Het centrum bestudeert de taalontwikkeling, sociale en cognitieve ontwikkeling, en gezondheid van kinderen gedurende de eerste zes jaar van hun leven. Ook onderzoeken ze welke factoren hierop van invloed zijn, zoals het welzijn van de zwangere vrouw en de zorg voor het kind.

Bron: radboudrecharge.nl

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan