“Actuele kennis over het babybrein is van groot belang voor het werk van zorgprofessionals”, geeft prof.dr. Sabine Hunnius aan. “We beseffen namelijk steeds beter hoe belangrijk de eerste levensjaren zijn voor de vorming van de hersenen. Daarom zijn de leefomgeving van een baby en de ervaringen die hij in deze periode meemaakt zo cruciaal.”
Hartenwens van Sabine Hunnius, directeur van het Baby & Child Research Center in Nijmegen, is dat alle jonge kinderen in een liefdevolle, stimulerende omgeving mogen opgroeien. Helaas is dat lang niet altijd het geval en zorgprofessionals spelen volgens haar een sleutelrol om daar verbetering in te brengen. “Zij weten immers als geen ander dat de eerste levensjaren zo bepalend zijn voor ons latere leven. Niet voor niets spreekt men tegenwoordig van de eerste 1001 kritieke dagen. Tijdens de zwangerschap en in de eerste twee levensjaren wordt de basis gelegd voor taalontwikkeling, emotionele ontwikkeling, motoriek, hechting en zo veel meer.”
Razendsnelle ontwikkeling
Samen met Michiel van Elk schreef Hunnius het populairwetenschappelijke handboek Het Babybrein over de ontwikkeling van de hersenen bij baby’s voor het brede publiek. Onlangs is hiervan een geheel herziene editie uitgebracht. Het succes van het boek, van de eerste editie zijn meer dan 10.000 exemplaren verkocht, verklaart Hunnius uit het feit dat de babytijd de wonderbaarlijkste periode in de levensloop van een mens is: in zo’n anderhalf jaar veranderen baby’s van hulpeloze wezentjes in peuters die al pratend door het huis wandelen. “Vanaf de geboorte wordt een baby overspoeld met nieuwe indrukken uit de wereld om hem heen. Hij ziet voor het eerst een gezicht, voelt hoe handen hem oppakken, ruikt nieuwe geuren en hoort nieuwe geluiden.”