Respectvolle zorg, met oog voor de autonomie van vrouwen, vormt de rode draad van hoogwaardige geboortezorg. Sinds kort zijn er twee instrumenten voorhanden om de kwaliteit van de geboortezorg betrouwbaar te meten. Uit de eerste cijfers blijkt dat de zorg door verloskundige of huisarts hoger scoort dan die door de gynaecoloog. Ook is men meer tevreden over kleine praktijken.
Tot voor kort waren er nog geen valide Nederlandse meetinstrumenten voor het meten van de kwaliteit van de geboortezorg. Daarom evalueerde deze studie de bruikbaarheid van Canadese meetinstrumenten in de Nederlandse geboortezorg: de Mothers on Respect index (MORi) en de Mothers Autonomy in Decision Making (MADM) bij zwangere vrouwen in Nederland, meldt kennispoort-verloskunde.nl. De onderzoekers vertaalden de lijsten en pasten ze aan voor het Nederlandse systeem. Ze testten bij zwangere vrouwen de psychometrische eigenschappen in een online cross-sectioneel onderzoek via social media en via verloskundige praktijken in heel Nederland.
De Nederlandse MORi bestaat uit 14 items met een 6-punts Likertschaal (scores 14-84) en de Nederlandse MADM bestaat uit 7 vragen met een 6-punts Likert schaal (scores van 7-42).
Bevindingen
Van de 557 zwangere vrouwen die deelnemen aan het onderzoek ervaart 83% veel respect (MORi-score > 67) en 62% hoge autonomie (MADM-score > 34). Van deze vrouwen ervaart 92% beide meetinstrumenten bovendien als bruikbaar, maar vrouwen met lagere inkomens hebben significant meer moeite met het invullen van de lijsten. De interne consistentie is hoog: MORi 0.91 en MADM 0.96.
Wat betreft constructvaliditeit maken beide instrumenten onderscheid tussen types zorgverlening. Hierbij zien de onderzoekers significant hogere scores voor de zorg door verloskundige of huisarts dan voor de zorg door de gynaecoloog en hogere scores voor kleine praktijken vergeleken met grotere praktijken.
Verder scoren vrouwen in het zuiden van Nederland significant hoger dan in andere regio’s en scoren vrouwen met een gezonde zwangerschap significant hoger dan vrouwen met complicaties op de MORi, maar niet op de MADM.
Conclusies
De auteurs concluderen dat beide lijsten bruikbaar zijn om de kwaliteit van de geboortezorg betrouwbaar en valide te meten. Zij bevelen verdere evaluatie van de instrumenten aan in de natale en postnatale periode en bij vrouwen met lage SES, beperkte gezondheidsvaardigheden en diverse etnische achtergronden.
Measuring respect and autonomy in Dutch maternity care: Applicability of two measures