Eetproblemen bij jonge kinderen worden vaak onderschat. “Psychologen, orthopedagogen en gedragswetenschappers worden bijvoorbeeld veel te weinig geraadpleegd”, vindt drs. Eric Dumont. “Op dit vlak is veel winst te behalen.” 

Veel kinderen die een voedingsprobleem ontwikkelen hebben iets lichamelijks. “Als je in je eerste levensjaren veel lichamelijke ellende hebt meegemaakt rondom eten, bijvoorbeeld omdat het pijnklachten geeft of dat je er misselijk of ziek van wordt, dan ontwikkel je een heel andere relatie met voeding. Zelfs als een lichamelijk probleem is opgelost en het kind niets in de weg staat om te gaan eten, zie je toch vaak dat dit niet gebeurt of slechts mondjesmaat. Daarnaast zijn er kinderen waarbij we niets organisch kunnen vinden, maar die niet zoveel met voeding hebben”, vertelt Eric Dumont, gedragswetenschapper  en hoofd behandeling bij de Seyscentra Maastricht en coördinator van de eetteams in het MUMC+ en het WKZ.

Sterke eigen wil
Voedingsproblemen kun je niet altijd voorkomen. Toch wordt er vaak naar ouders gekeken. Zij zouden dingen verkeerd doen of overbezorgd zijn. “Dat is lang niet altijd het geval”, benadrukt Dumont. “Zeker als een kind nog te jong is om te praten, kan het bijvoorbeeld niet duidelijk maken wát er speelt. Onderzoek wijst uit dat het vaak kinderen zijn met een sterke eigen wil. Hierdoor is er weinig onderhandelingsruimte. Als je dan als professional doorvraagt, blijken er ook andere situaties in hun leven minder soepel te gaan. Ze zijn vaak weinig flexibel, hebben veel behoefte aan duidelijkheid, en vertonen een grote mate van zelfregie.”

Strijd
Is er sprake van een probleem op dit gebied, dan ervaart het kind eten niet als een prettig contactmoment met de ouders. In plaats daarvan kan het juist wantrouwend worden tegen eten. “Eten kan dan een strijd worden, wat gepaard gaat met veel frustratie bij de ouders. Er wordt van alles geprobeerd, maar uiteindelijk wordt het vaak van kwaad tot erger. Bij slechte eters, dus wanneer er niets lichamelijks aan de hand is, worden de foute gedragingen bovendien nogal eens versterkt. Onbedoeld hoor, maar negatieve aandacht kan ook een versterkende werking hebben en juist het belonen van het goede eetgedrag wordt dan veelal achterwege gelaten. Ouders en kind hebben vaal last van deze tafelstrijd en kiezen dan toch vaak voor de weg van de minste weerstand: voorkeursvoeding”.

Kind-(ouder) factoren
Belangrijker is uit te zoeken waardoor het kan komen dat een kind voeding weigert, dus wat daar de functie en of de betekenis van is. “Naast de kindfactoren van dit probleem, zoals het ontwikkelen van een voedingsangst of een aversie, vormen veel onderhoudende gedragspatronen tussen ouders en kind ervoor dat het eetprobleem zich tot een stoornis kan ontwikkelen. In die eerste fase van niet goed eten is alertheid is het inroepen van goede hulp echt heel belangrijk.”

Bij eerste signalen op jonge leeftijd wenden ouders zich veelal tot consultatiebureaus. “Dan wordt er vaak geadviseerd over de fysieke aspecten zoals het soort voeding of het type speen. Voor de gedragscomponent is vaak geen of nauwelijks oog”, constateert Dumont. “Ook ten aanzien van de psychologische aspecten is er in die eerste lijn wel verbetering mogelijk. Nu krijgen ouders vaak een pedagogisch advies, bijvoorbeeld niet dwingen of juist wel. Dat veroorzaakt twijfel. Ouders gaan zich incapabel voelen over hun vermogen om goed op te voeden,  terwijl dat helemaal niet zo is. Ook kinderartsen zeggen vaak ‘niet dwingen, het komt wel’, maar dat is lang niet altijd het geval. Integendeel.”

AdvertentieAbonneren op lentenummer

Interventiemogelijkheden
Dumont pleit voor het in een veel eerder stadium inschakelen van deskundige hulp. “Met name door het eerder raadplegen  van psychologen en gedragswetenschappers in de eerste lijn die een goede analyse van de eetproblemen kunnen maken, volgens het bio-psycho-sociale model. Hierdoor is er veel winst te behalen. Zorg bovendien dat het kind en ouder tijdig de juiste hulp krijgen en het eetprobleem niet uitgroeit tot een stoornis waarvoor alleen maar nog zeer intensieve behandeling de oplossing kan bieden”.

Vaak wordt ook niet gedacht aan een aantal psychologische aspecten. “Als er bijvoorbeeld traumatische angst is, dan zou je al een traumabehandeling kunnen doen. Ik denk aan preverbale EMDR. Het is eveneens belangrijk te onderzoeken of het eetgedrag verklaart kan worden vanuit een onderliggende ontwikkelingsstoornis zoals ASS of ADHD. Daarnaast is het goed om te kijken naar de impact van het probleem voor de ouder-kindrelatie.”

Het tijdig inschakelen van Infant Mental Health kan voorkomen dat er zich verstoringen in de opvoedrelatie in bredere zin en daarmee de hechtingsrelatie gaan ontwikkelen. “IMH-specialisten kunnen juist in het beginstadium heel goede hulp bieden, die het eten tot een minder beladen activiteit kunnen maken. De voorzieningen zijn er, maar de routing er na toe en de het tijdig inschakelen hiervan zou geoptimaliseerd kunnen worden vanuit de eerste en tweede lijn.” Uiteindelijk kunnen kinderen in de derde lijn een intensieve (klinische) gedragsbehandeling ondergaan. “Helaas is dit niet altijd te vermijden is. Ondanks de goede effecten van deze aanpak, is deze zeer intensief voor kind en ouders.”

Lezing
Tijdens het congres ‘Eetproblemen bij jonge kinderen’ op 7 juni gaat Dumont dieper in op
de mechanismen die onder voedingsproblemen zitten. “Niet alleen het lichamelijke stuk, maar ook de psychologische achtergrond plus de oorzaak en de gevolgen daarvan. Vervolgens zal ik vertellen over de psychologie achter het eetprobleem, dus hoe het kan ontstaan en wanneer het een lichamelijk en vervolgens een psychologisch probleem wordt of andersom. Ik zal met name ingaan op een drietal achtergronden, de psychologische, fysische en sociale. Want voor het oplossen heb je alle drie de elementen nodig.”

Klik hier voor meer informatie over het congres op 7 juni.

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan