Wat we zien van eetproblemen bij jonge kinderen is volgens van Miriam Hufen het topje van de ijsberg. “Leren eten vraagt tijd en aandacht. Er is altijd sprake van een combinatie van motoriek, cognitie, prikkelverwerking en niet te vergeten de emotionele kant. Bij problemen zijn dát de pijlers om op te letten.”
De impact van een eetprobleem op een gezin is enorm groot, aldus ergotherapeut Miriam Hufen, gespecialiseerd in sensorische informatieverwerking bij kinderen. “Daarom is het juist zo jammer dat hierover zoveel misverstanden bestaan. Voedselweigering is vaak een kwestie van niet kunnen in plaats van niet willen eten. Eten is een vaardigheid die je moet leren.”
Relatie handen en mond
Hufen ziet een aantal duidelijke factoren waardoor het in de praktijk mis kan gaan. Zo spelen de moeder-kindrelatie en de gehechtheid een rol. Een aspect wat volgens haar vaak gemist wordt, is het hele sensomotorische stuk. “Een kind moet beschikken over de mondmotorische mogelijkheden die expliciet nodig zijn voor het verwerken van voeding. Eten is een van de meest complexe vaardigheden. Ook zit er een component in van eigen regie, dus dat kinderen zelf voeding tot zich kunnen nemen en niet van alles in hun mond gestopt krijgen.”
‘Een gemiddeld kind heeft twee jaar nodig om te leren eten’
Daarnaast ziet zij een belangrijke relatie tussen de handen en de mond. “Het met de handen waarnemen van verschillende structuren en temperaturen is belangrijk bij het leren eten.” Een andere vereiste is het kunnen verwerken van eten zonder je te verslikken. “Dus als kinderen voedsel afwijzen, bijvoorbeeld door weg te kijken, kokhalsreacties te laten zien of boos te worden, kan je een goede analyse maken van het voedsel dat wél gegeten wordt Welke geur heeft het? En welke structuur en waarom is dit wel acceptabel voor het kind?”
Blenderen
Hufen ziet kansen in het ondersteunen van ouders als kinderen voedingsproblemen hebben. “Eten en drinken is gerelateerd aan groeien en gezond zijn en blijven. Als dat moeizaam gaat, weten ouders niet altijd dat daar een probleem onder kan liggen. Gevolg is dat ze zich logischerwijs vaak aanpassen aan wat een kind wél wil eten. Ze gaan blenderen, laten smaken of voedselgroepen weg. Uiteindelijk leert het kind met al die aanpassingen niet om eten te gaan accepteren en te verwerken.”
Eten kun je leren
Het goede nieuws is dat veel eet- en drinkproblemen – maar niet alle! – door eerdere en betere begeleiding kunnen verbeteren, mits de hulpverlening multidisciplinair plaatsvindt via een aantal pijlers. “Eten kun je veelal leren. Dat is een heel belangrijke, met een hoofdrol voor de ouders. Die leren hun kinderen immers voedsel kauwen, slikken en verwerken. Wat daarbij weleens vergeten wordt, is dat een gemiddeld kind daar twee jaar voor nodig heeft. Verder speelt de motoriek een rol. Eten is niet alleen een motorisch vaardigheid, maar ook een sensorische ervaring. Iedere voeding heeft een eigen structuur, smaak en geur. Ook dát moet je leren.”
Hufen benadrukt dat leren eten altijd begint bij het kind. Ouders bij de hulp betrekken is een uitgangspunt. Zij zijn voor het kind het belangrijkste rolmodel.” Aandacht verdient verder het werken vanuit een multidisciplinaire benadering. “Dit is onder meer nodig om gezondheidsproblemen en de invloed van traumatische ervaringen uit te sluiten. Maar ook om te kijken hoe de sociale en emotionele relatie van invloed is op de eetsituatie. Verder verdienen zowel de sensoriek als de motoriek aandacht. Alles bij elkaar gaat het om een combinatie van factoren die je in je jonge leven aan elkaar moet knopen om te kúnnen eten en een goede te relatie op te bouwen met eten en drinken.”