In het brein van jonge kinderen is het een drukte van belang: er wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen van allerlei vaardigheden. “Probleemgedrag hoort er in deze fase in zekere zin ´gewoon´ bij”, vertelt drs. Jan van der Zwan. Inzicht in de ontwikkeling van het jonge brein helpt pedagogische medewerkers en onderwijskrachten om dit gedrag te duiden. Zo stortte mijn buurjongen van drie zich gisteren ter aarde omdat zijn vader zijn fietsje met een emmertje water had schoongemaakt, terwijl hij dat graag zelf had willen doen. Je kunt dat gedrag aanstellerig vinden en het kind hierop aanspreken of boos worden. Maar je kunt ook nog een vies plekje op de fiets aanwijzen dat hard een wasbeurt nodig heeft.

Jan van der Zwan: “Een valkuil is om het nog even aan te kijken”

Psycholoog en docent Jan van der Zwan, die zijn loopbaan begon als pedagogische medewerker, benadrukt het belang om in kinderopvang en onderwijs grip te krijgen op het tijdig duiden van druk, antisociaal en emotioneel gedrag bij jonge kinderen. “Het vroegtijdig herkennen van stoornissen is om veel verschillende reden belangrijk. Ten eerste hebben met name baby’s en peuters nog een heel plastisch brein. Daardoor kunnen bij vroege interventie de resultaten van een behandeling vele malen groter zijn. Verder zorgt vroegtijdig ingrijpen ervoor dat de kans vergroot dat ouders en kind zich veilig aan elkaar kunnen hechten.” Kennis hebben over de ontwikkeling van het brein is voor het duiden van druk gedrag enorm waardevol. “Dan begrijp je vanzelf wat meer van de oorsprong van het probleemgedrag. Vervolgens krijg je ook meer zicht op de wijze hoe je hier het best mee om zou kunnen gaan.”

Valkuil

Voor kinderopvang en onderwijs ziet Van der Zwan een belangrijke rol weggelegd om effectief in te spelen op probleemgedrag. “Een valkuil waar ik vroeger als manager kinderopvangplus zelf vaak in stapte is om het nog even aan te kijken. Hierdoor gaan kostbare maanden verloren en gaat een kind in het ergste geval alweer over naar een ander kinderdagverblijf of school. Uit onderzoek komt naar voren dat opvoeders vaak pas met hulpvragen komen als het kind drie jaar of ouder is. Dat vergroot de kans dat de negatieve interactiepatronen dan al zijn ingeslepen, met als gevolg een ongunstige ontwikkeling bij het kind.”

Goed kijken

In dit verband raadt hij onderwijskrachten aan om te beschikken over voldoende theoretische kennis en observatievaardigheden. “De eerste succesvolle stap is gezet op het moment dat je goed naar kinderen kunt kijken en ook weet waarnáár je moet kijken. Vervolgens is het goed om je zorg binnen je team en vervolgens met ouders te bespreken. Noem hierbij geen vermoedens van een stoornis, maar bespreek het gedrag wat je ziet. Vaak maken ouders zich ook al zorgen, maar ontkennen intussen het lastige gedrag of worden boos om de boodschap. Geef ruimte voor deze emotie en maak als ouders er open voor staan vervolgens samen een plannetje naar de te nemen vervolgstappen.”

‘Heftig op probleemgedrag reageren kan sociale
en emotionele problemen veroorzaken’

Van der Zwan benadrukt dat het voor het kind zelf in de meeste gevallen ook heel moeilijk is om zijn of haar gedrag te begrijpen en onder controle te houden. “Besef dus goed dat een kind nooit het gedrag vertoont om jou als PM-er of leerkracht uit te dagen. Bedenk je daarnaast welk gedrag je in de plaats zou willen zien van het lastige gedrag. Nog te vaak zie ik dat alleen het gedrag afgekeurd wordt en dat het kind na een periode van straf alleen nog ´sorry´ moet zeggen.”

Kletterende puzzelstukjes

Zo was hij een keer op een peuterspeelzaal waar een aantal kinderen aan tafel op een rijtje allemaal aan hun puzzel bezig waren. Vervolgens liep er een jongen op de tafel af, legde zijn arm plat op de tafel en veegde vervolgens stuk voor stuk alle puzzels op de grond. “Alle peuters in tranen en een boze PM-er die het jongetje aan zijn arm mee de gang op trok waar hem op luide toon werd duidelijk gemaakt dat hij dit nooit meer mocht doen! Hij schreeuwde het uit van angst. Een jaar later werd deze jongen gediagnosticeerd met ASS: hij bleek het geluid van kletterende puzzelstukjes fantastisch te vinden! Zo zie je maar. Jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet zo goed sturen. Het risico is dat de stress die een dergelijke heftige benadering oproept sociale en emotionele problemen veroorzaken.”

Fantastische kinderen

Juist voor PM-ers en leerkrachten is in de ogen van der Zwan een rol weggelegd om ‘moeilijke’ kinderen te helpen bij het sturen van hun emoties en gedrag. “Probeer achter het probleemgedrag te kijken. Vaak merk je dan dat het om fantastische kinderen gaat. Met een beetje meer aandacht of nét even een andere benadering kunnen ze uitgroeien tot gelukkige, zelfredzame kinderen. Ik heb hier prachtige voorbeelden van gezien waar iedereen die bij het kind betrokken was gelukkig van werd.”

Jan van der Zwan is psycholoog bij Het Breinbureau. Daarnaast is hij docent Pedagogiek aan de Haagse Hogeschool. Hij is zijn carrière gestart als Pedagogisch Medewerker RMPI op een kleutergroep en is daarna onder meer locatiemanager Kinderopvangplus geweest en onderwijsadviseur VVE/LLZ bij het Haags Centrum voor Onderwijsadvies.

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan