Met jonge kinderen een aanknopingspunt vinden voor gesprek over mishandeling kan lastig zijn. “Terecht bestaat er de vrees om het kind hierdoor verder klem te zetten of onnodig te belasten”, vertelt Marike van Gemert. Zij is specialist als het gaat om het wél aanstippen van dit gevoelige onderwerp. “Toch is het van wezenlijk belang om een kind, hoe jong ook, de gelegenheid te bieden zíjn stem te laten horen. Die informatie helpt je om een goede inschatting te maken over hoe je een gezin waar dit speelt kunt ondersteunen.”
Tijdens het het congres Kindermishandeling bij baby’s, peuters en kleuters – vanaf 1 november een maand lang online te volgen – verzorgde Marike een presentatie over dit gevoelige onderwerp. Wat je volgens Marike beslist niet moet doen is speuren naar ‘bewijs’ voor je vermoedens. “Dan word je sturend in je gesprek. En jonge kinderen zijn ontzettend beïnvloedbaar. Zet die Sherlock Holmes-pet dus af en wees gewoon benieuwd naar hoe het met het kind gaat. Probeer ook niet ineens alles op te lossen. In plaats van werkelijk contact te maken, ben je dan vaak meer bezig met het vervullen van je eigen behoefte om te helpen. Natuurlijk moet je soms actie ondernemen om de thuissituatie te helpen verbeteren. Doe hiervoor achter de schermen vooral wat nodig is. Maar vergeet daarnaast niet om te investeren in structurele aandacht en steun voor het kind.”
Blijf naast ouders staan
Naast het kind verdient het contact maken met de ouders aandacht. “Het mooiste is natuurlijk als je alles in samenwerking met ouders kunt doen”, geeft Marieke aan. “Het hangt van je functie af hoe je dat vormgeeft. Als juf of pedagogisch medewerker kun je in je dagelijkse contact meestal laagdrempelig in gesprek met een kind. Bij zorgen koppel je die terug aan de ouders en bied je hen een luisterend oor en hulp aan.” Als hulpverlener ligt dit ingewikkelder. Zo heb je eerst toestemming van ouders nodig om met kinderen te praten. “Dat vraagt de juiste insteek”, legt Marike uit. “Je bent samen bezorgd en wilt graag dat het met iedereen in het gezin weer beter kan gaan.” Met het oog hierop adviseert zij om vooral te proberen naast de ouders te blijven staan. “Confronteren hoeft niet! De meeste ouders doen hun stinkende best en schamen zich als het hen niet goed genoeg lukt.”
Wel wijst Marike erop dat in sommige gevallen transparantie het gevaar voor een kind kan vergroten. Bijvoorbeeld als er vermoedens zijn dat een ouder haar kind moedwillig ziek maakt of als ouders erg onberekenbaar zijn door middelengebruik. “In zo’n geval kan Veilig Thuis ervoor kiezen om met het kind te spreken, zonder de ouders op voorhand in te lichten.”
Contact maken eerste ingang
Niettemin kan praten met kinderen over onveiligheid thuis ingewikkeld zijn. “Je wilt het kind niet verder klem zetten in zijn loyaliteitsconflict. Ook wil je ouders niet tegen je in het harnas jagen.” Bij jonge kinderen kan het volgens haar extra lastig zijn om woorden te geven aan zulke ingewikkelde dingen. “Juist peuters en kleuters zijn hierin extra afhankelijk van ons als professionals. Als wij niet met ze praten, begrijpen ze niet wat er allemaal gebeurt en waarom. Dat kan extra onveilig voelen.”
Uit onderzoek en praktijk blijkt steeds opnieuw dat kinderen behoefte hebben aan een luisterend oor, informatie en inbreng. “Ik raad altijd aan om te beginnen met contact maken”, vertelt Marike. “Even aansluiten bij waar het kind mee bezig is, samen spelen en dan een kletspraatje voeren over iets luchtigs. Op die manier kan het kind aan je wennen en kan eventuele spanning wat zakken. Benoem vervolgens de concrete aanleiding voor het gesprek en, afhankelijk van je functie en of je het kind al kent, de reden. In mijn presentatie geef ik tips hoe je dat kunt doen.”
Mishandeld kind doet ertoe
Tot slot wijst Marike erop dat kinderen die onveilig opgroeien zich vaak eenzaam voelen. “Als volwassenen denken we vaak dat we zo weinig kunnen doen. Maar je kunt juist heel veel betekenen. Bijvoorbeeld met een knipoog, een vrolijke noot of een troostende arm. Iedereen kan een kind het gevoel geven dat hij ertoe doet. Het is mijn wens dat alle volwassenen dat leren durven te doen wat het kind nodig heeft. In mijn sessie tijdens het congres geef ik concrete handvatten voor je gesprekken hierover met kinderen.”
Alle congresinformatie op een rij >>
Marike van Gemert is trainer en oprichter van de Academie voor Praten met Kinderen. Ze studeerde psychologie, werkte 12 jaar bij de Kindertelefoon en 8 jaar in de zorg, onder andere met cliënten met ernstige gehechtheidsproblematiek. Marike schreef het Praktijkboek Praten met kinderen over kindermishandeling [2019 Bohn Stafleu van Loghum].
Zie ook: