De zorg voor zwangere asielzoekers in Nederland laat te wensen over. Hierdoor krijgen hun baby’s vaak een minder goede start.
Een hogere babysterfte rondom de geboorte, meer kinderen met een lager geboortegewicht en lage Apgarscores. Waarschijnlijk zijn dit de gevolgen van een minder goed georganiseerde geboortezorg voor zwangere asielzoekers die in een locatie van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) verblijven. Ook stress en andere nadelige omstandigheden spelen mee. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van hoogleraar Verloskunde Arie Franx van het Erasmus MC.
Spoedkeizersnede
Daarnaast krijgen zwangere asielzoekers vaker algehele narcose bij een spoedkeizersnede, dan andere zwangere vrouwen. De reden hiervoor lijkt niet medisch, dus een ruggenprik is dan ook mogelijk. ‘Toch wordt daar vaker vanaf gezien dan bij vrouwen zonder vluchtachtergrond. Waarom weten we niet, maar het kan te maken hebben met taalbarrières’, vertelt Franx. ‘Als de aanstaande moeder onder narcose is tijdens de geboorte, vinden wij dat minder goede zorg. Met een ruggenprik is de moeder wel wakker en krijgen moeder en kind samen een betere start.’
Niet tijdig in beeld
Het EGALITE project, zoals het onderzoek heet, is opgezet omdat er al langer aanwijzingen waren dat vrouwen met een vluchtachtergrond slechtere geboorte-uitkomsten hebben dan andere bevolkingsgroepen in Nederland. Eén van de bevindingen is dat zwangere asielzoekers niet op tijd in de zorg terechtkomen. ‘Het duurt vaak te lang voordat de medische begeleiding van de zwangerschap wordt gestart’, legt Franx uit. ‘Deels is dit te verklaren doordat meer dan de helft van de asielzoekers die in Nederland een kind krijgen al zwanger was bij registratie in het asielzoekerscentrum. Toch geldt die late toegang tot zorg ook voor vrouwen die in de opvang zwanger worden en voor mensen die zelfs al een verblijfsvergunning hebben.’
Ook de veelvuldige overplaatsingen naar andere opvanglocaties hebben een negatief effect op de continuïteit van zorg. ‘Verloskundigen vertelden ons dat de vrouwen die wel onder controle zijn, ineens weg kunnen zijn naar een andere locatie. De zorgverleners weten niet altijd op tijd waarnaartoe en kunnen dan geen gegevens uitwisselen. De vrouwen zelf vertellen dat de overplaatsingen extra stress en onzekerheid geven.’
Aanbevelingen en randvoorwaarden
Op basis van alle bevindingen doet de onderzoeksgroep verschillende concrete aanbevelingen om de geboortezorg voor vluchtelingen te verbeteren. Deze gaan over de organisatie, toegankelijkheid, continuïteit, kwaliteit en de sociale context van de zorg. Zo moet de inzet van tolken bijvoorbeeld goed geregeld worden. Ook is het belangrijk dat zorgverleners rekening houden met de culturele achtergrond, waarden en behoeften van de vrouwen.
Weinig geboortes
In Nederland bevallen verspreid over talloze opvanglocaties van het COA zo’n 600 asielzoekers per jaar. Dit betekent dat op veel van die locaties maar heel weinig geboortes zijn. Zo waren er in de afgelopen tien jaar op de helft van de COA-locaties minder dan vijf bevallingen per jaar. Daarom pleiten de onderzoekers voor concentratie van geboortezorg voor zwangere asielzoekers op een beperkt aantal opvanglocaties. Het is een van de drie belangrijke randvoorwaarden voor het uitvoeren van hun aanbevelingen.
Brons: amazingerasmusmc.nl