Kraamzorg wordt in de eerste 8 à 10 aaneengesloten dagen na de bevalling gegeven. Een flexibelere invulling ontvangt positieve waardering van zowel moeders als kraamverzorgenden. Wel brengt dit uitdagingen met zich mee voor de planning en de invulling van taken, zo blijkt uit het project SOS Kraamzorg.
Levert het gezondheidswinst op voor moeder en kind wanneer het aantal uren kraamzorg flexibel wordt ingezet? Op die vraag zochten de onderzoekers in het project SOS Kraamzorg een antwoord. Daarbij zijn de kraamuren flexibel verdeeld over een langere periode, tot maximaal de eerste 14 dagen na de bevalling.
Positief
Moeders en kraamverzorgenden waren positief over de mogelijkheid tot onderbreking en/of spreiding van kraamzorguren. Voor moeders resulteert de flexibele inzet in een betere afstemming van de zorg op persoonlijke voorkeuren en situaties. Kraamverzorgenden zien voornamelijk een meerwaarde van flexibele planning. Dit geldt met name bij moeders met borstvoedings- en/of gezondheidsproblemen, die erg onzeker zijn of geen partner/mantelzorg hebben tijdens de kraamperiode.
Hoewel de flexibele planning positief werd gewaardeerd, merkten zowel moeders als kraamverzorgenden dat meer flexibiliteit ook allerlei uitdagingen met zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld voor de planning en de invulling van taken. Er volgt nader onderzoek hoe deze uitdagingen kunnen worden overkomen. Dit gebeurt in verdere dialoog met moeders, kraamverzorgenden en kraamzorgorganisaties.
Lees ook het interview met onderzoeker Fleur Lambermon van het Radboudumc: Flexibele kraamzorg kent nog uitdagingen
Bron: zonmw.nl
Zie ook: Kraamzorg voorziet in grote behoefte