In de praktijk blijkt het voor veel moeders en zorgverleners een uitdaging om een werkbare borstvoedingsrelatie te ontwikkelen. “Dit hangt samen met tegenstrijdige verwachtingen waardoor het aanpakken van opstartproblemen te vaak spaak loopt’, laat lactatiekundige Myrte van Lonkhuijsen weten. Daar komt bij dat zorgverleners vaak de parate kennis missen om ouders op een juiste manier te ondersteunen. “Er valt een wereld te winnen indien zij hier creatief mee weten om te gaan.”
Myrte wijst erop dat ouders en zorgverleners vaak zwart-wit denken over borstvoeding. “Enerzijds is er het uitgangspunt dat borstvoeding natuurlijk en dús makkelijk is. Hierdoor krijgen veel moeders het gevoel dat zij falen als ze tegen problemen aanlopen. Anderzijds is er de aanname dat borstvoeding een belasting vormt voor moeder en kind.” Ook de verwachtingen van zorgverleners zijn hierdoor gekleurd. “Vaak missen zij de ervaring, kennis en erkenning dat borstvoeding tijdens de eerste periode aandacht, zorg en moeite vraagt. En dat borstvoeding met de juiste begeleiding ook juist ontspannend en makkelijk kan zijn of worden. Vandaar dat in de praktijk dan toch vaak kunstvoeding wordt ingezet als oplossing. Daar komt bij dat in het curriculum van de meeste zorgopleidingen borstvoedingsbegeleiding nog steeds een ondergeschoven kindje is. Sterker nog, veel onderwijs over babyvoeding wordt gefinancierd of zelfs direct aangeboden door kunstvoedingsfabrikanten.”
Maatwerk essentieel
Toch maakt de gezondheidswinst voor moeder en kind de investering beslist de moeite waard. “En na die eerste inwerkperiode kost borstvoeding minder tijd en energie dan het geven van kunstvoeding.” Voor het zover is, kan de opstelling van professionals rond een gezin van beslissende betekenis zijn. “Heel belangrijk is om de wens van de moeder centraal te laten staan. Zo maakt het voor je aanpak uit als een moeder op dag 5 zegt: ‘Ik was van plan om 6 maanden volledig te voeden en misschien een jaar, maar nu wil ik eigenlijk gewoon dat het stopt’. Of: ‘Ik wou niet zo nodig borstvoeding geven, maar het is het beste voor mijn kindje zegt iedereen’. Beide moeders hebben behoefte aan een goede ervaring. En bij beiden zal een plan op maat gemaakt moeten worden. Bij moeder a om te zorgen dat zij haar doel óf haalt of trots en tevreden haar plan aanpast. Bij moeder b om te zorgen dat ze een zo prettig mogelijke start heeft met haar kind. Op basis van een fijne ervaring met het geven van borstvoeding kan ze dan besluiten daar korter of langer mee door te gaan.”
Pijn en angst
De centrale vragen in de begeleiding van ouders zijn volgens Myrte altijd ‘Wat wil jij en waarom? en ‘Hoe kunnen we je helpen jóuw doelen zo goed mogelijk vorm te geven’. Voor een goede begeleiding is vervolgens kennis en tact nodig. “Kennis om de tweede voornaamste redenen van voortijdig stopen met borstvoeding gedegen aan te kunnen pakken: pijn en de angst voor te weinig melk. Die twee zijn direct gerelateerd. En de eerste weken zijn cruciaal.” Tact komt van pas om ouders te coachen in het woud van tegenstrijdige informatie die ze voorgeschoteld krijgen. “Zij moeten hun eigen weg hierin zien te vinden. Het vereist invoelingsvermogen om moeders te helpen hun grenzen te bewaken en hun eigen keuzes te maken. Maar ook om een realistisch perspectief te schetsen.”
‘Meer kennis maakt borstvoeding haalbaar
voor ouders en zorgverleners’
Investering is het waard
Iets dat de moeite waard is, vraagt meestal ook letterlijk moeite en tijd. “Die investering kunnen we niet alleen op het bordje van de individuele moeder en kind leggen. Dat vraagt verandering van houding en een toename van kennis bij zorgverleners en in de maatschappij als geheel. Het is dan ook mijn hartenwens dat we als maatschappij borstvoeding gaan zien als een normaal volwaardig en verschrikkelijk interessant aspect van het menselijk leven. De moeite en tijd die borstvoeding verdient van ouders, opleiders en zorgverleners is het dubbel en dwars waard.”
Als borstvoeding niet lukt
Tijdens het online congres ‘Eetproblemen bij jonge kinderen’ in 2020 verzorgde Myrte een lezing over dit onderwerp. Dit gebeurt onder de titel ‘Als borstvoeding niet lukt’. “Ik ga dan concreet in op wát we kunnen bieden aan moeder en kind om ze meer kans te geven hun eigen doelen te behalen als het gaat om borstvoeding. Van variaties in aanlegmanier tot powerkolven tot flesweigeren tot afbouwen. Creatief omgaan met borstvoeding vergroot de kans op slagen en dat geeft ook zorgverleners meer voldoening.”
Interview: Vakblad Vroeg