Sinds een tijdje doe ik een Yoga-challenge. Dat betekent: elke dag iets eerder op en zo’n 25 minuten yoga-oefeningen doen voordat de dag losbarst. En écht, ik heb er iets aan. Tegen m’n partner betoogde ik iets te enthousiast dat ik de aanmoedigingen om van jezelf te houden fijne aansporingen vond. Hij repliceerde direct: “Als je maar niet naast je schoenen gaat lopen.” Ik reageerde als door een wesp gestoken: “Hoezo?”

De columntekst, uitgesproken door Marilene de Zeeuw zelf, is ook via YouTube te beluisteren, klik hier

Juist de laatste tijd raak ik meer en meer doordrongen van het feit dat zelfliefde, beter nog, professionele zelfliefde, een noodzakelijk ingrediënt is in ons vak. Ik spreek met regelmaat supervisanten over hun enorme onzekerheid. ‘Of ze het wel in zich hebben’. ‘Of ouders wel iets aan hun hulpverlening hebben’. Of: ‘wie zijn zij dat ze dit of dat zeggen tegen ouders’. Er wordt dan druk geknikt in de groep: veel herkenning, vaak ook opluchting. Deze onzekerheid is beter bekend als het zogenaamde Bedriegerssyndroom: de stevige angst dat iemand op een dag door de mand zal vallen en wordt ontmaskerd als een professionele faker. Het gevolg stress, perfectionisme, faalangst, burnout.

‘Het Bedriegerssyndroom ondergraaft
de kwaliteit van de hulpverlening’

De consequenties ondergraven de kwaliteit van de hulpverlening. De onzekerheid maakt dat hulpverleners bovengemiddeld gaan leunen op waardering van gezinnen en bovenmatig veel gaan pleasen. Waardoor het nog veel lastiger wordt om moeilijke boodschappen te brengen als ouderlijke zorg tekort schiet of als er sprake is van huiselijk geweld.
Daarnaast durven professionals hun eigen functioneren vaak nauwelijks bespreekbaar te maken. Ze ervaren een enorme drempel om casuïstiek tijdens intervisie of inhoudelijke vergaderingen in te brengen. De angst om afgefakkeld te worden op je persoon als hulpverlener zorgt voor het defensief inbrengen van situaties met gezinnen. Dat houdt in: casuïstiek zo vertellen dat het alleen gaat over de negatieve of afwerende houding van ouders. Eigen gevoelens en gedrag zijn daarbij geen onderwerp in het verhaal. En dat is kwalijk, omdat zo hele teams worden meegezogen in een strijd met klaarblijkelijk onwillige ouders.

Wat uitblijft, is een positieve ontwikkeling: de zo onmisbare hoogkritische houding op de eigen vaardigheden kan op deze manier niet worden ontwikkeld. Het kwetsbare professionele zelfbeeld heeft immers bescherming nodig. Feitelijk ontstaat er een zichzelf versterkende lus. Zinvolle feedback blijft daardoor uit. Met als gevolg dat hulpverleners professionele vaardigheden minder aanscherpen uit angst om volledig door de mand te vallen. In plaats daarvan kiezen ze er vaker voor om geïsoleerd te werken. Bijvoorbeeld in solistisch georganiseerde instellingen waar iedere professional min of meer z’n eigen caseload afhandelt of in een eigen praktijk. Waardoor er ook geen gelegenheid is om te leren door het observeren van de professionele vaardigheden van anderen. Je doet minder ervaringen op binnen de gemeenschap van hulpverleners. Jammer, want juist erbij horen is het beste medicijn tegen deze angst.

We kennen deze gedachten allemaal wel ergens. Daarom is het nuttig om op je eerstvolgende intervisiebijeenkomst deze angst bespreekbaar te maken: hoe oud of jong je ook in je vak bent. En met elkaar na te denken hoe we tot het meer koesteren en waarderen van professionele zelfliefde kunnen komen.

Advertentie

Iets wat begint met jezelf en anderen te waarderen voor de toewijding voor het vak, de intentie en de tijd te hebben om erover te reflecteren. En dat los van je prestaties en je functioneren. Want de valkuil is natuurlijk dát je wel professioneel van jezelf kunt houden, mits je presteert als een dolle, míts je dag maar stampvol zit met patiënten, míts je muur maar vol hangt met bedankkaartjes van gezinnen. Dán kun je je een goed-genoeg professional voelen. Maar iedereen die met gezinnen werkt, weet dat hierdoor rolomkering dreigt. Zo gaan gezinnen óns helpen, zo wordt de deur opengezet voor frauduleuze wetenschappelijke praktijken, zo zet je de norm voor burnout in je beroepsgroep als geheel.

Het tegengif klinkt te mooi om waar te zijn: weten dat je erbij hoort, dát is het medicijn! Dit betekent vanaf de start studenten, stagiaires en zorgprofessionals helpen integreren in de beroepsgroep van pedagogisch medewerkers, onderzoekers, therapeuten, geboortezorg professionals etc. Gekend worden om wie je bent, inclusief je sterke kanten en je valkuilen. Dit betekent dat juist beroepsverenigingen en onderwijsinstellingen het ondersteunen van de professionele identiteit hoog op de agenda dienen te zetten. Hoe kan er anders een stevige beroepsidentiteit ontstaan, met oog voor krachten én kwetsbaarheden?

Laten we vooral een community zijn. En wel een community waarin we kwetsbaarheid, samenwerking, inclusiviteit en professionele zelfliefde omarmen als fundamentele waarden.

Marilene de Zeeuw

Klinisch psycholoog, Gedragstherapeut VGCt & Infant Mental Health Specialist, docent en columnist 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan