Moeders die hun kinderen langer borstvoeding geven, vertonen meer sensitief gedrag. Niet alleen gedurende de borstvoedingsperiode, maar ook nog lang daarna. De resultaten hielden zelfs stand als rekening werd gehouden met neuroticisme van de moeder, opvoedingsattitudes, etniciteit, opleiding van de moeder en de aanwezigheid van een partner.
Dat blijkt uit een longitudinal onderzoek over een periode van tien jaar. De bevindingen worden gepubliceerd in het tijdschrift Developmental Psychology. “Het was voor ons verrassend dat de duur van het geven van borstvoeding een indicator was voor de sensitiviteit van de moeder in de loop van de tijd”, aldus de hoofdauteur van het onderzoek, Jennifer Weaver, PhD, van Boise State University. “Eerder onderzoek suggereerde wel dat er een verband bestaat tussen borstvoeding en sensitiviteit van de moeder. Hieruit bleek echter niet dat de gevolgen van borstvoeding ook na het beëindigen van de borstvoedingsperiode aanzienlijk zouden blijven.”
Opvoedfactor
De studie is zeker niet bedoeld om de bindingservaringen van vrouwen die niet in staat zijn om borstvoeding te geven te devalueren, benadrukt Weaver. “Waar het om gaat is dat we uiteindelijk in staat zijn het geven van borstvoeding te kunnen beschouwen als een opvoedfactor, dus niet louter als een gezondheidsoverweging. Zo kunnen we de rol die het geven van borstvoeding in het gezinsleven speelt, steeds beter begrijpen.”
Sensitief
Er wordt van een sensitieve moeder gesproken wanneer zij in staat is signalen van haar kind goed op te pakken en daar adequaat op te reageren. Hoewel de verlengde duur van de borstvoeding in de loop van de tijd leidde tot een grotere maternale gevoeligheid, waren de effecten volgens het artikel klein. Dat betekent dat de nauwe interactie die wordt ervaren tijdens het geven van borstvoeding slechts één van de vele manieren is waarop de band tussen moeder en kind wordt versterkt.
Steekproef
De onderzoekers analyseerden gegevens uit interviews met 1.272 gezinnen die deelnamen aan het onderzoek naar kinderopvang van het National Institute of Child Health and Human Development. Zij zijn afkomstig uit tien locaties in de Verenigde Staten. Toen hun baby’s een maand oud waren, werden de moeders thuis geinterviewd en werden ze onderdeel van de studie. De steekproef bestond uit een substantieel deel lager opgeleide ouders (30 procent had geen hoger onderwijs genoten) en etnische minderheden (13 procent was Afrikaans-Amerikaans).
Vrouwen in het onderzoek hebben gemiddeld 17 weken borstvoeding gegeven. Minder dan 1 procent gaf borstvoeding gedurende 24 maanden en 29 procent gaf helemaal geen borstvoeding. Onderzoekers interviewden en filmden families periodiek thuis totdat hun kind 11 werd.
Speelsessies
Als onderdeel van de studie waren er speelsessies met ouders en kinderen en later leeftijdsgerichte problemen die met elkaar moesten worden opgelost. Onderzoekers beoordeelden de kwaliteit van de samenwerkingsinteractie, zoals in hoeverre de moeder haar kind ondersteunde, in hoeverre zij respect had voor de autonomie van haar kind en de mate van vijandigheid die de moeder richting kind liet zien.
Bonding benefits of breastfeeding extend years beyond infancy
Vertaling: Vakblad Vroeg