Met name bij baby’s en jonge kinderen stuit een vermoeden van mishandeling of misbruik op afweerreacties van collega’s. “Ga daarin niet mee”, aldus Aafke Scharloo. “Doe je dit wel, dan wordt een kind eigenlijk nog een keer verraden. Dat verhoogt de kans op extra stressklachten.”

“De sense of urgency moet hoger om mishandeling en misbruik van baby’s en jonge kinderen aan te pakken”, hield Aafke Scharloo haar publiek voor tijdens de drukbezochte eerste editie van de VROEG-lezing op 22 november. “Kindermishandeling is zo naar dat je het gewoon niet wilt weten.” Scharloo benadrukte dat dit ook aandacht van het management vraagt. “Te meer daar het omgaan met misbruik en mishandeling voor zeventig procent te managen is, terwijl het nu vooral aan de werkvloer wordt overlaten. De manager moet de impasse doorbreken en aansturen op het nemen van stappen.”

Scharloo riep op alles in het werk te stellen om te voorkomen dat wordt weggekeken bij het melden van een niet-pluisgevoel. “Ontkenning is namelijk een proces dat zich binnen een organisatie afspeelt. Afwerend reageren is bijna een natuurlijke reactie op slecht nieuws, negeren zit dan in onze aard.”

Neem zekere voor onzekere

Scharloo pleitte ervoor om altijd het zekere voor het onzekere te nemen. “Maar wat als uit het onderzoek blijkt dat er niets aan de hand is?”, vroeg een deelnemer. Dat is volgens Scharloo alleen maar positief. “Een kind heeft er geen last van als het een keer extra is onderzocht. Het omgekeerde is wel erg: als later blijkt dat er wel degelijk iets aan de hand was en de hulpverlening heeft al die tijd niets gedaan.” Zij wees in dit verband op de praktijk van de brandweer die zelfs 60 procent van de keren voor niets uitrukt. ‘Je kunt beter meerdere keren voor niets komen dan één keer te laat.”

De handen ineen tegen kindermishandeling

Volgens Scharloo zijn mensen bangig om op te staan voor een kind. “Ik erger me als men dan begint over de privacy. Onderzoek het. Praat met het kind, dat mag altijd en moet zelfs. Dat duurt nu soms veel te lang.” Uit onderzoek blijkt dat een uitspraak van een kind in wel 87 procent van de gevallen waar is. “Het is dus onprofessioneel om niet tot handelen over te gaan. Iedereen kijkt vaak naar elkaar. Als stukjes niet bij elkaar komen, doe je een kind tekort. Bel elkaar, bespreek vermoedens. Informatie uitwisselen mag altijd als een kind in gevaar is.”

Trechtermodel

Het proces van omgaan met misbruik en mishandeling is uiteen te rafelen in een aantal beslismomenten. “Er zijn ontzettend veel slachtoffers  die er gedurende het proces tussenuit vallen. Hetzelfde geldt voor de plegers. Op ieder beslismoment vallen er misbruikte en mishandelde kinderen uit de trechter en worden dus niet geholpen. We kunnen er dus allemaal mee aan de slag om het proces hierover binnen de eigen organisatie te verbeteren.” Dit model wordt beschreven in het rapport ‘Op goede grond’.

Doorpraten met Aafke Scharloo tijdens het netwerkdiner

Omgevingsfactoren

Huiselijk geweld is volgens Scharloo één van de grootste voorspellers van kindermishandeling en -misbruik. “Bijvoorbeeld als een moeder zegt ‘mijn man is nogal autoritair’, dan moet je doorvragen. Vraag ook altijd naar de bed- en badrituelen en of dat wel eens anders gaat. Kinderen zijn namelijk geneigd de veilige dingen te vertellen. Er is tevens een samenhang tussen armoede en geweld en tussen huiselijk geweld en seksueel misbruik. Helaas komt mishandeling en misbruik vaker voor bij gezinnen die toch al in de problemen zitten.”

Waarheidsvinding

Feitenonderzoek zou een belangrijk onderdeel van de hulpverlening moeten zijn. “Bestrijd het spook dat een hulpverlener niet aan waarheidsvinding doet. Dat helpt niet. We doen niet aan juridische bewijsvoering, maar moeten er wel over praten en durven doorvragen. Dát helpt kinderen om het verhaal te vertellen dat door hun koppies zoemt.” Scharloo benadrukte nogmaals dat we allemaal een stukje van de puzzel hebben. “Als we de stukjes niet bij elkaar leggen, laten we het kind alleen.”

Tweede editie VROEG-lezing door Paulien Kuipers

Het organiseren van lezingen gevolgd door een netwerkdiner is een nieuw initiatief van Vakblad Vroeg. Aafke Scharloo verzorgde op 22 november de aftrap en met succes: de drukbezochte bijeenkomst kreeg een waardering van 8.7 van de deelnemers.

Op 28 maart 2018 vindt de 2e editie van de VROEG-lezing plaats. Deze wordt verzorgd door Paulien Kuipers van Stichting Kinderleven en auteur van het boek ‘Eerste hulp bij hechting’. Na de lezing is er opnieuw een informeel netwerkdiner.

De tweede editie van de Vroeg-lezing vindt plaats op een locatie in het midden van het land. De deelnameprijs bedraagt, inclusief diner en alle consumpties, € 94,50 (excl. BTW). Voor abonnees op Vakblad Vroeg, ook nieuwe, is de prijs € 84,50. Opgeven kan door een mail met uw gegevens te sturen naar vroeg@dgcommunicatie.nl. Geef daarbij aan of u een abonnement op het magazine Vakblad Vroeg heeft of wilt afsluiten. Wacht niet te lang, want het aantal plaatsen is opnieuw beperkt.

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan