Waar moet positief jeugdbeleid zich op richten? Een brochure van het Nederlands Jeugdinstituut schetst de tien meest belangrijke factoren in het opgroeien en opvoeden van jeugdigen. De ‘top tien’ biedt een fundament voor het ontwikkelen van een positief jeugdbeleid.
In de laatste decennia is het jeugdbeleid en de praktijk van de jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg sterk gericht geweest op het aanpakken van risicofactoren en problemen. Het besef groeit dat een sterkere oriëntatie op het stimuleren van de ontwikkeling van jeugdigen bijdraagt aan een positief jeugdbeleid.
Positief jeugdbeleid
Om een positief jeugdbeleid te ontwikkelen, is inzicht nodig in de factoren die bijdragen aan een optimale ontwikkeling en tegenwicht kunnen bieden aan risico’s waaraan jeugdigen blootgesteld worden. De NJi-brochure zet de belangrijkste factoren op een rij. Deze ‘top tien’ is gebaseerd op theorie en onderzoek naar factoren die bijdragen aan een positieve ontwikkeling van jeugd en interventies die daarop gericht zijn.
Top tien
De top tien, die in de brochure wordt toegelicht, luidt als volgt:
1 Sociale binding
2 Kansen voor betrokkenheid
3 Prosociale normen
4 Erkenning en waardering voor positief gedrag
5 Steun van belangrijke volwassenen en voorzieningen in de omgeving
6 Constructieve tijdsbesteding
7 Competenties
8 Cognitieve vaardigheden
9 Schoolmotivatie (commitment to learning)
10 Positieve identiteit
Meerwaarde
De brochure biedt beleidsmakers en praktijkwerkers belangrijke aanknopingspunten voor de in te zetten activiteiten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Ze geeft in kort bestek aan waar die activiteiten op gericht moeten zijn. Ook laat de brochure zien welke wetenschappelijke basis daaraan ten grondslag ligt. Het biedt daarmee een fundament voor de verdere, concrete invulling van een positief jeugdbeleid.
Van de brochure is ook een korte versie beschikbaar. Hierin ontbreekt de uitgebreide theoretische verantwoording.