Na de geboorte genieten veel ouders van een positieve ervaring – de zogenoemde roze wolk. Daar tegenover staat dat een aanzienlijk aantal gevoelens van somberheid, angst en overweldiging ervaart na de bevalling. Het gaat om 13% van de vrouwen en 7% van de vaders. Uit een project is een vragenlijst voortgekomen om het risico op een postpartum depressie sneller te signaleren.
Tamara Hagen, verpleegkundig specialist van de POP-poli (gecombineerde poli voor Psychiatrie, Obstetrie (verloskunde) en Pediatrie (kindergeneeskunde) van het Radboudumc, startte vorig jaar een project om de zorg rondom een postpartum depressie te verbeteren. Belangrijk want er rust nog steeds een taboe op deze minder positieve emoties. Daardoor zijn moeders en vaders vaak terughoudend om erover te praten. Dit vergroot het risico op het ontwikkelen van een postpartum depressie.
Vragenlijst
Dankzij het project is een samenwerkingsinitiatief gestart met de GGD om een postpartum depressie sneller te signaleren en beter te ondersteunen. Daarom vraagt de GGD moeders een korte vragenlijst in te vullen wanneer de baby 1, 2 en 5 maanden oud is. De vragenlijst is specifiek gericht op het peilen van de emotionele gezondheid van de ouders en kan vroegtijdig afwijkende gevoelens aan het licht brengen.
Voordelen
Het gebruik van een vragenlijst op het consultatiebureau biedt verschillende voordelen. Allereerst creëert het een veilige omgeving waarin vrouwen zich vrij voelen om hun gevoelens te delen. Ten tweede maakt het vroegtijdige detectie en interventie mogelijk, waardoor behandelingen effectiever en korter kunnen zijn. Dit bespaart niet alleen de moeders en hun gezinnen onnodig lijden, maar vermindert ook de belasting van de gezondheidszorg.
Landelijk initiatief
Het Radboudumc en de GGD Gelderland Zuid volgen het initiatief van het Trimbos Instituut en GGD Hart voor Brabant die deze vragenlijst al enkele jaren gebruiken. Tamara Hagen: “Het is belangrijk dat we het taboe doorbreken rondom postpartum depressies. Met deze transmurale samenwerking tussen ons academisch centrum en de GGD Gelderland-Zuid maken we mooie stappen. Dat hebben we in Noord-Brabant gezien en ik heb goede hoop dat we het ook hier gaan zien.”
Bron: radboudumc.nl
