Eén op de tien vrouwen krijgt te maken met een depressie na de bevalling, ook wel postpartum depressie (PPD) genoemd. Een screeningslijst helpt om de gezondheidsuitkomsten voor moeders te verbeteren.
Dat blijkt uit promotieonderzoek van jeugdarts Angarath van der Zee aan de Universiteit Twente. In het onderzoek is gekeken naar het gebruik van de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS, een screeningslijst gericht op het signaleren van PPD.
Gebleken is dat het screenen door de Jeugdgezondheidszorg 1, 3 en 6 maanden na de bevalling – en het adviseren en doorverwijzen – resulteert in betere uitkomsten voor de moeders. Moeders hebben minder depressieve klachten, meer vertrouwen in de eigen opvoedingsvaardigheden, minder angstklachten en een beter algemeen mentaal welbevinden. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen op de leeftijd van 1 jaar is geen meetbaar effect van screenen op PPD gevonden. Dit vraagt om verder onderzoek.
Screenen op PPD helpt moeders dus maar reduceert ook de maatschappelijke kosten van PPD, qua werk en zorggebruik. Dit vraagt om een landelijke implementatie van deze screening en optimalisatie van het verdere zorgpad. Ook moet worden nagegaan hoe angst het best kan worden gesignaleerd. Beperkte investeringen kunnen dus sterk bijdragen aan reductie van PPD. Dit vergroot het welzijn van moeders en hun kinderen.
Bron: postup.nl
Zie ook:
Maak angst en depressie bij zwangere vrouwen bespreekbaar
Met depressiepreventie rond bevalling valt wereld te winnen
Online tool ondersteunt zwangeren bij depressieve gevoelens