Het gaat goed met de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland, ondanks de stijgende vraag naar opvang en het personeelstekort. Aandacht vraagt wel de educatieve kwaliteit: in vrijwel alle opvangtypen is die duidelijk lager dan de emotionele kwaliteit.
Dat blijkt uit de derde meting van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK 2019). Het rapport presenteert de resultaten van de gecombineerde metingen van 2017, 2018 en 2019, schetst de ontwikkelingen in kwaliteit over de tijd en biedt een internationale vergelijking.
Huidige kwaliteit
Uit de gecombineerde metingen van 2017, 2018 en 2019 komt een overwegend positief beeld naar voren van de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland. De gemiddelde emotionele kwaliteit is in alle kinderopvangtypen voldoende tot goed. De gemiddelde educatieve kwaliteit is in alle opvangtypen duidelijk lager dan de emotionele kwaliteit. Hoewel de educatieve kwaliteit in alle opvangtypen gemiddeld (meer dan) voldoende is, is er meer variatie dan bij de emotionele proceskwaliteit. De verschillen in de kwaliteit van de gastouderopvang zijn groter, met opvallende uitschieters naar beneden.
Ook de kwaliteit van de peuteropvang is sterk gestegen vergeleken met eerdere metingen in de periode 2011 – 2013. Voor de buitenschoolse opvang geldt dat een vergelijking met de voorgaande meting wijst op grotendeels stabiele gemiddelde kwaliteit. Voor de gastouderopvang is nog geen trendanalyse mogelijk.
Kwaliteit in internationaal perspectief
De kwaliteit van de kinderdagopvang ligt in Nederland veelal hoger dan in Europese landen en landen buiten Europa, zoals de Verenigde Staten en Australië. De kwaliteit kan zich meten met de kwaliteit in Engeland en ligt hoger dan in Scandinavische landen. De emotionele kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang is iets lager dan die in Denemarken, maar de educatieve kwaliteit is weer aanmerkelijk hoger. De babyopvang in Nederland scoort hoger op zowel emotionele als educatieve kwaliteit dan de babyopvang in enkele andere landen. Voor de buitenschoolse opvang en gastouderopvang zijn geen vergelijkingen mogelijk met buitenlands onderzoek. Al met al staat de kinderopvang in Nederland er goed voor.
Kwaliteit gastouderopvang
De kwaliteit in de gastouderopvang komt redelijk overeen met de kwaliteit in de andere opvangtypen. Er is sprake van een relatief hoge emotionele kwaliteit en een lagere educatieve kwaliteit. Maar de variatie in kwaliteit is groter. Verschillende kenmerken van de gastouders en de groep kinderen die zij opvangen, spelen een rol in het verklaren van deze variatie. De groepsgrootte en het opleidingsniveau van gastouders doen er net als in de andere opvangsoorten toe. Gastouders met een hbo-diploma (of hoger) bieden hogere kwaliteit dan gastouders met een lager opleidingsniveau. Ook als gastouders minder kinderen opvangen, is de kwaliteit hoger. Daarnaast spelen andere aspecten een rol. Naarmate gastouders een beter contact met en meer invloed van ouders rapporteren, is de kwaliteit hoger. Ook de wijze waarop gastouders zich profileren, is van invloed op de kwaliteit. De kwaliteit blijkt lager bij gastouders die zich meer richten op dienstverlening en flexibiliteit, zoals het wijzigen van opvanguren op verzoek van ouders, dan bij gastouders die dat minder sterk doen. Bij gastouders in het duurdere segment ligt de kwaliteit over het algemeen hoger dan bij gastouders met een lager uurtarief. Dit wijst op een tendens tot sociale segregatie in de gastouderopvang.
Achtergrond
Het consortium LKK, bestaande uit de Universiteit Utrecht en Sardes, monitort de kwaliteit in de kinderopvang in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De LKK meet van 2017 t/m 2020 (en mogelijk t/m 2025) jaarlijks de kwaliteit in alle vormen van kinderopvang.
Voor meer informatie www.monitorlkk.nl
Bron: Persbericht Sardes