Nachtangsten komen veelvuldig voor op jonge leeftijd. “Het zijn paniekaanvallen die er zeer verontrustend uit zien”, vertelt slaapexpert Daniëlle Hendriks. “Ten onrechte, want nachtangsten zijn een onschuldig fenomeen.” Dat neemt niet weg dat veel ouders in paniek om hulp zoeken. “Vaak volgt er dan een behandeltraject, waardoor de ongerustheid eigenlijk alleen maar toeneemt.”

Daniëlle Hendriks: “Veel ouders geloven niet dat het iets onschuldigs is”

Naar schatting krijgt één op de vijftien tot dertig jonge kinderen te maken met nachtangsten. Jaarlijks gaat het dus om vele duizenden gevallen. “Tijdens een aanval gaat een kind hard gillen en hebben ze de ogen vaak open”, vertelt Daniëlle Hendriks, orthopedagoog Generalist NVO & Somnoloog. “Dat kan gepaard gaan met sneller ademen en zweten. Hun gelaat kan ook rood aanlopen. Ze lijken echt helemaal overstuur.” Het kind wakker maken, iets wat veel ouders doen, heeft een averechts effect. “Dat vergroot namelijk de kans dat het dezelfde nacht nog een paar keer voorkomt. Ook gaat het wakker maken vaak gepaard met slaan en schoppen.”

Niets doen

Nachtangst is in principe een onschuldig iets. “Het valt in dezelfde categorie als slaapwandelen en praten in de slaap. Zo’n paniekaanval begint meestal kort nadat een kind in slaap is gevallen.” Niet wakker maken is de beste handelswijze, maar gaat tegen het gevoel van ouders in. Daar komt onbekendheid over het fenomeen bij. “Meer voorlicting kan veel zorgen voorkomen.” Het beste is, ook al ziet een aanval er zeer verontrustend uit, om niets te doen. “Een aanval gaat na enkele minuten tot een half uur weer over en de volgend dag heeft het kind er zelf geen hinder van. Na verloop van tijd worden de aanvallen ook minder en op een gegeven moment gebeurt het niet meer.”

Het verschijnsel heeft in principe geen gevolgen voor de ontwikkeling. Dit is anders als het meerdere keren per nacht is of als kinderen wakker worden gemaakt en daardoor slaaptekort oplopen. Dan kunnen ze overdag klachten van vermoeidheid hebben.”

Rol voor zorgprofessionals

Onbekendheid met het fenomeen, in combinatie met de verontrustende manier waarop het zich ’s nachts manifesteert, maakt dat veel ouders hulp zoeken. “Het is dan ook van belang dat hulpverleners goed bekend zijn met het verschijnsel. Gaat het om een nachtangst, dan is het in principe een kwestie van geruststellen door uit te leggen wat het is. Plus ouders op hun hart drukken hun kind niet wakker te maken.” Probleem is alleen dat veel artsen en hulpverleners niet goed inschatten wat het is. Vaak ontstaat er een hele zoektocht naar de oorzaak, met als gevolg dat de zorgen bij de ouders alsmaar groter worden. Het is dan ook belangrijk dat hierover meer bekendheid komt onder zorgprofessionals.”

‘Ouders overtuigen dat nachtangst geen kwaad kan, is minstens
zo belangrijk als het stellen van de diagnose’

Maar ook het stellen van de diagnose hoeft de ongerustheid niet weg te nemen. “Gezien de heftigheid van de nachtangsten geloven veel ouders niet dat het iets onschuldigs is. Gevolg is dat zij vaak bij een andere hulpverlener of zorginstelling te rade gaan. Ouders weten te overtuigen van de onschuld van het fenomeen verdient daarom nadrukkelijke aandacht.”

Slaapcentrum

Tot voor kort werkte Hendriks bij het slaapcentrum van het Haags Medisch Centrum. “Het centrum ontvangt jaarlijks veel aanmeldingen van jonge kinderen met een vermoeden van nachtangsten. Psychologen en pedagogen stellen dan samen met neurologen vast om welk type slaapprobleem het gaat en welke aanpak nodig is. Jammer is alleen dat in veel gevallen er slechts sprake blijkt van nachtangst en de lange weg naar het expertisecentrum niet nodig was geweest.”

Het mag duidelijk zijn dat een verkeerde aanpak nachtangsten alleen maar verergeren. “Het is in ieder geval van belang om het verschil te weten tussen nachtangsten en hard huilen en wakker zijn om de aandacht van ouders te vragen”, zegt Hendriks tot slot. “Dat kan bij jonge kinderen er op dezelfde manier uitzien, maar een nachtangst vraagt om een andere aanpak. Ouders gerust stellen is overigens minstens zo belangrijk als de diagnose zelf.”

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan