Ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand hoeven niet áltijd naar het ziekenhuis te gaan voor de beste zorg. In veel gevallen spelen dan namelijk vooral vragen over de opvoeding en ontwikkeling. Daarvoor kunnen zij veelal beter terecht bij een jeugdarts. Dit blijkt uit scriptie-onderzoek van Eva Caspers.
Veel kinderen met een ontwikkelingsachterstand krijgen de diagnose in het ziekenhuis van een kinderarts. Vervolgens volgt ieder jaar of iedere twee jaar een follow-uponderzoek. Kinderartsen van het Maximaziekenhuis in Eindhoven merken dat ouders dan vaak met relatief simpele medische vragen komen, bijvoorbeeld over de opvoeding en ontwikkeling van het kind.
Kinderarts of jeugdarts
In haar scriptie-onderzoek heeft Eva Caspers de follow-up onderzoeken van kinderartsen in het ziekenhuis vergeleken met cohortonderzoeken van de GGD. Wat blijkt? Tot op zekere hoogte is het mogelijk om de follow-uponderzoeken die kinderartsen in het ziekenhuis uitvoeren te verplaatsen naar de jeugdartsen van de GGD. Zo zijn de neurologische vervolgonderzoeken in het ziekenhuis hetzelfde als bij de GGD. Daarnaast blijkt dat de jeugdartsen van de GGD – in tegenstelling tot de kinderartsen in het ziekenhuis – meer kennis en handvaten in huis hebben om ouders te ondersteunen met pedagogische kwesties.
Te weinig zicht op kennis en kunde
Toch zijn er volgens de onderzoekster maar weinig ouders die weten dat ze bij de GGD-onderzoeken vragen kunnen en mogen stellen. “Dat komt omdat ouders vaak sceptisch zijn en zich niet bewust zijn van de kennis en kunde van jeugdartsen van de GGD. Ik denk dat ouders veel meer zicht moeten krijgen op wat de GGD allemaal kan doen en welke hulp ze kan verlenen.”
Bron: universonline.nl
