Vaak wordt gedacht dat ouders een belangrijke rol spelen bij het bedritueel. En dat het gaat om een wederkerig verband: dat het gedrag van de ouders van invloed is op het slaappatroon van het kind en omgekeerd. Maar niets is minder waar, zo blijkt uit onderzoek van prof. dr. Maartje Luijk. “Er is geen verband tussen slaapproblemen in de vroege kinderjaren en de invulling van het ouderschap.” Evenmin is er binnen de opvoeding sprake van ‘goed’ of ‘fout. “Je hoeft het niet perfect te doen als ouder, goed genoeg werkt veel beter.”
Slaapproblemen bij jonge kinderen komen veel voor. Internationaal geeft tot wel 25% van de ouders aan dat hun kind niet makkelijk naar bed gaat of ’s nachts vaak wakker wordt. In Nederland ligt dat rond de 10%. Over de invloed van het slaappatroon van kinderen op het gedrag van de ouders is nog weinig bekend. Hetzelfde geldt voor de invloed van het gedrag van de ouders op het slapen van kinderen. Voor het eerst is hier nu grootschalig en langdurend onderzoek naar gedaan.
“We hebben beide richtingen van deze relaties onderzocht”, vertelt prof.dr. Maartje Luijk . Hiertoe beschikte haar onderzoeksteam over een unieke dataset, verkregen binnen de Rotterdamse Generation R Studie. “Het betrof de observaties van sensitief gedrag van 900 moeders samen met gegevens over de slaapproblemen van hun kinderen. Deze waren gemeten op meerdere momenten tussen de leeftijd van 1,5 jaar en 6 jaar.”
Geen bevestiging wederkerige banden
Het onderzoekteam ging ervanuit dat een bevestiging van de wederkerige verbanden uit de bus zou rollen. Niets bleek minder waar. “Op basis van de herhaalde metingen was meer sensitief gedrag van moeders niet gelinkt aan minder slaapproblemen bij het kind. Andersom gaf eenzelfde beeld. Slaapproblemen bij het kind waren niet gelinkt aan minder sensitief gedrag van moeders.”
Geruststellend
Luijk noemt de uitkomst een geruststellende gedachte voor vermoeide ouders. “Tegelijkertijd leveren deze onverwachte bevindingen nieuwe onderzoeksvragen op, zoals ‘Hoe meten we opvoeden rondom bedtijd?’, ‘Kunnen we ook nachtelijk opvoeden in kaart brengen?’, ‘Zijn bestaande observatie-schema’s passend?’, ‘En wanneer is iets eigenlijk een slaapprobleem?’”
Meer weten?
Het hele onderzoek, getiteld ‘Maternal sensitivity and children’s sleep problems across early childhood’ staat online: klik hier.
Oratie over paradox van opvoeden
Prof dr. Maartje Luijk onderzoekt hoe ze ouders kan ondersteunen bij dagelijkse opvoedproblemen. Op 30 juni sprak zij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam haar oratie uit, ‘De paradox van opvoeden’. In haar oratie bespreekt zij alledaagse opvoedproblemen, waarom opvoeden zo ingewikkeld is geworden en hoe we met nieuwe onderzoeksmethodes kunnen helpen bij het vinden van oplossingen voor ouders.
Luijk stelt dat er een aantal belangrijke maatschappelijke veranderingen is aan te wijzen die opvoeden in onze huidige maatschappij moeilijker maken dan ooit tevoren. “Om te beginnen zijn ouders, ondanks alle beschikbare kennis, onzeker over of hun kind zich wel normaal ontwikkelt. Ten tweede leven we in een maatschappij waarin perfectionisme een grote rol speelt. Hierdoor kunnen ouders doorschieten in het zo goed mogelijk willen opvoeden. Tot slot durven veel ouders geen hulp in te schakelen van vrienden, buren of familieleden. Daardoor kan het gevoel ontstaan dat opvoeden iets is dat ze alleen moeten doen.”
‘Goed’ of ‘fout’ vaak niet aan de orde
Aan de hand van haar onderzoek naar de opvoeding van jonge kinderen, specifiek de hechtingsrelatie en slaapproblemen, laat zij zien dat er in de opvoeding vaak geen sprake is van ‘goed’ of ‘fout’. Zij stelt dat ‘goed genoeg’ opvoeden beter werkt dan perfect opvoeden. “Je hoeft het niet perfect te doen als ouder, goed genoeg werkt veel beter. Opvoeden is complex en lastig. Twijfelen en fouten maken hoort erbij. Evenals aanrommelen.”
Oratie volgen
De oratie is terug te kijken, klik hier.
Bronnen: Maartje Luijk / eur.nl