In nieuwkomersgezinnen is een groter risico op kindermishandeling. Toch is dit signaleren en bespreekbaar maken een extra uitdaging voor professionals. Hobbels zijn onder meer gebrek aan kennis over verschillende culturen, een taalbarièrre en gebrek aan tijd. Nieuwe onderzoek maakt duidelijk wat professionals nodig hebben om kindermishandeling wèl bespreekbaar te maken bij nieuwkomersgezinnen.
‘Werken met de meldcode kindermishandeling: een extra uitdaging bij nieuwkomersgezinnen?’. Aldus luidt de titel van een rapport van Pharos. Deze professionals werken binnen de jeugdgezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs en Veilig Thuis.
Uit het onderzoek blijkt dat 70% van de aandachtsfunctionarissen die werken met de meldcode kindermishandeling het heel moeilijk vindt daarover in gesprek te gaan met ouders in nieuwkomersgezinnen. Ook geeft 56% aan dat het signaleren van kindermishandeling bij nieuwkomersgezinnen (veel) moeilijker is dan bij andere gezinnen. De geïnterviewde aandachtsfunctionarissen schatten in dat hun collega’s in de organisatie het uitvoeren van de stappen in de meldcode kindermishandeling nóg lastiger vinden. Zorgelijk, want in nieuwkomersgezinnen is er een verhoogde kans op kindermishandeling. Dat kan komen door bijvoorbeeld stress, trauma’s, onzekerheid over een eventuele verblijfsstatus, werkloosheid, discriminatie of een gebrek aan een ondersteunend netwerk.
Meerdere drempels
Uit het onderzoek blijkt een grote handelingsverlegenheid bij de professionals. Zelf zeggen zij dat dit komt door een gebrek aan kennis en ervaring met verschillende culturen. Ze vinden het daardoor lastig om signalen van kindermishandeling te objectiveren. Of ze zijn bang dat ze overhaaste conclusies trekken op basis van vooroordelen. Daarnaast helpt een taalbarrière niet en ervaren professionals een gebrek aan tijd om de meldcode ook bij nieuwkomersgezinnen zorgvuldig uit te voeren. Tot slot ontbreekt het in de ogen van de professionals vaak aan een vertrouwensrelatie met de ouders. Dat maakt het lastig om laagdrempelig met hen in gesprek te gaan wanneer er bepaalde zorgen zijn.
Aanbevelingen
Van de respondenten is 82% van mening dat docenten, jeugdverpleegkundigen en pedagogisch medewerkers extra scholing of training nodig hebben om de stappen van de meldcode goed uit te kunnen voeren bij nieuwkomersgezinnen.
Om hun taak beter te kunnen uitvoeren, willen de respondenten dat professionals meer kennis over culturele opvattingen in de opvoeding en kindermishandeling krijgen. Ook zou het helpen als ze trainingen in gespreksvaardigheden krijgen om de handelingsverlegenheid weg te nemen. Ze pleiten er voor vaker tolken te kunnen inzetten en nauwer samen te werken met organisaties die betrokken zijn bij nieuwkomersgezinnen.
Samengevat luiden de aanbevelingen als volgt:
- Informeer nieuwkomers over jeugd- en opvoedhulp in Nederland
- Ondersteun nieuwkomersgezinnen bij het opvoeden tussen twee culturen
- Geef professionals vanuit de richtlijnen kaders mee voor cultuursensitief werken
- Bied aanvullende scholing en training aan professionals aan
- Zorg dat professionals goed gefaciliteerd zijn om de meldcode goed toe te passen
Pharos pleit er ook voor professionals in cultuursensitiviteit te trainen, beter te faciliteren en sleutelpersonen in te zetten.
Wil je hier meer over horen? Tijdens het Congres Kindermishandeling bij baby’s, peuters en kleuters in september 2023 verzorgt Phildy Asamoah een deelsessie over dit onderwerp. Klik hier voor meer informatie over dit congres.
Hoe nu verder?
Pharos gaat de resultaten en aanbevelingen uit het rapport de komende tijd met verschillende partijen bespreken. In die gesprekken wordt verkend wat er voor nodig is om de aanbevelingen om te zetten in concrete acties.
Bron: Persbericht Pharos
Zie ook:
