‘Helpen hechten met woorden’ luidt de titel van de VROEG-lezing die Paulien Kuipers en Nike Mencke binnenkort verzorgen. In een interview geeft Paulien een vooruitblik. “We hebben in onze opleidingen niet of nauwelijks geleerd hoe we kunnen praten met het kind of met ouders. Heel jammer, want de basis voor effectieve hulp ligt in het met woorden ondersteunen van de verbinding tussen de ouders en hun baby, peuter of kleuter. Taal is ons belangrijkste hulpverleningsmiddel.”
Insteek van jullie lezing is het gericht gebruik van woorden om de hulpverlening aan jonge kinderen en hun ouders te verbeteren. Kun je dit toelichten?
“Jazeker. In de jeugdzorg hebben we van oudsher een apart soort taal. Deze is vooral ontstaan uit een visie op jonge kinderen die gericht is op problemen. Een kind huilt alsmaar, eet vrijwel niets, slaapt slecht, plast in z’n broek, is brutaal of onaangepast, noem maar op. Op een gegeven moment is binnen de hulpverlening de aandacht voor ouders toegenomen zodat ze hun baby, peuter of kleuter zo goed mogelijk kunnen begeleiden. We hebben het over óf de ouders óf het kind, terwijl de basis voor effectieve hulp ligt inde verbinding tussen die twee.”
“De focus bij ouders én kind ligt op het woordje ‘en’.. Juist in onze vakliteratuur is dat woordje ‘en’ haast niet ingevuld. Om die reden gaat onze VROEG-lezing over de invulling van dit kleine maar o zo belangrijke woordje. Hoe helpen we hechten met onze taal, want een ander middel hebben we eigenlijk niet. Binnen de hulpverlening is er te weinig besef van hoe woorden overkomen en wat deze doen met de ontvanger. Daar gaat onze lezing over. We willen in de lezing deelnemers de weg wijzen in hoe woorden helend kunnen werken. Dit is iets wat iedereen mag leren, vooral door je je hiervan bewust te worden. Een voorbeeldje uit de praktijk: Ik labelde het probleemgedrag van een kind bijvoorbeeld als inzet en hulp aan ouders. Het perspectief erop verandert direct.”
Je raadt hulpverleners aan om aandacht te besteden aan zowel het aanhechten aan het begin van het traject als aan het afhechten op het eind. Kun je dit toelichten?
“Het is eigenlijk net als bij de verbinding tussen je onder- en bovenarm. Ze zitten beide op precies de goede afstand van het ellebooggewricht door het bindweefsel. Zou het te los zitten, dan vliegt je onderarm alle kanten op. Maar zit het te strak dan is er geen beweging mogelijk. Als je aanhecht, moet dit dus niet te strak gebeuren. Je houdt van je kind, maar je mag het ook een eigen pad laten lopen, bijvoorbeeld door het naar de peuterspeelzaal, de oppas of de knutselclub te laten gaan. Kinderen die niet naar school durven of regelmatig huilend in een hoekje op het schoolplein staan vanwege heimwee, zijn vaak te strak gebonden aan thuis. In het woord aanhechten zit het afhechten al besloten. Zo zijn we met het aan- en afhechten continue aan het aftasten wat nu wel of niet goed valt.”
Paulien Kuipers: “Label het probleemgedrag anders, bijvoorbeeld als bijdrage aan de ouder-kind band”
Hoe zie je hierin de rol van de hulpverlener?
“Je kunt niet over hechting praten zonder oog te hebben voor afhechting. Denk aan een kind dat al dan niet tijdelijk in een pleeggezin wordt opgenomen. Soms zijn ouders dan niet zelf in staat om de juiste woorden tot hun kind te richten. Is dit het geval dan kan je als professional die taak op je nemen zodat je een kind helpt met de overgang naar een nieuw gezin. Zonder de juiste betekenisvolle woorden kan een kind zich niet onthechten en zich op een nieuwe situatie richten.
Neem een moeder die haar kind naar het kinderdagverblijf brengt en bij het afscheid zegt ‘Mama moet nu naar haar werk, maar straks ben je weer fijn bij mij thuis’. Dergelijke woorden kunnen verkeerd vallen, want het is natuurlijk de bedoeling dat het kind het kinderdagverblijf ook als een fijne en veilige plek ervaart. Het zit ‘m echt in dit soort betekenisvolle details. Of neem het voorbeeld van het naar bed brengen. Om vertrouwd te raken met jezelf in een eigen ruimte, moet een kind niet het gevoel hebben dat de wereld vergaat als één van de ouders niet bij het kind blijft. De tekst: ‘Ik ga nu je kamer uit, maar mama is echt beneden en blijft dicht bij je’, suggereert dat wel.”
Tijdens de lezing gaan jullie ook in op de hechtingsstijl van zorgprofessionals. Kun je dit toelichten?
“Je eigen persoonlijke ervaringen op dit gebied, ook uit je vroege jeugd, trillen in alles mee. Valkuil daarbij is dat je, veelal ongemerkt, dat je de ouder-kind problemen interpreteert vanuit je eigen perspectief. Dit meetrillen verdient veel meer aandacht. Vrijwel niemand is daar in de praktijk van alledag mee bezig. Niet alleen omdat je doende bent om problemen waar cliënten mee komen te objectiveren als ‘daar’, dus losgesneden van jezelf, maar ook omdat je verplicht bent te werken met allerlei protocollen die weinig ruimte laten om vanuit een ander perspectief te kijken naar een casus. Je blinde vlek is dus hoe je eigen geschiedenis toch meetrilt in de casuïstiek. Dat wordt veel vergeten.”
Hoe vullen jij en Nike Mencke, ieder met een andere achtergrond en expertise, elkaar tijdens de lezing aan?
“Nike is een praktijkmens en heeft de gave om de hechtingstheorie subliem in de praktijk te brengen bij ouders en pasgeboren baby’s. Zij is echt een lichtpuntje om hen met woorden op de goede weg te helpen, bijvoorbeeld wanneer door een moeilijke bevalling de borstvoeding niet goed op gang komt. Ook weet zij problemen in de ontwikkeling van baby’s en peuters op te lossen door met hen te praten over de eerste stroeve levenservaringen. Tijdens de lezing zal Nike haar ervaringen op dit gebied delen met de deelnemers. Op mijn beurt sluit ik mij op haar inbreng aan door te praten over verbindingstaal bij iets de jonste en oudere kinderen.”
Waarom raad je zorgprofessionals aan om de lezing bij te wonen?
“Insteek van de jeugdhulpverlening is ouders en kind gelukkiger te maken. Onze lezing geeft je gereedschap in handen om hier werk van te maken. Wij versterken de kracht van zorgprofessionals om zich hiervoor in te zetten.”
2024-editie VROEG-lezing.
Paulien Kuipers, GZ-psycholoog en auteur van ‘Eerste hulp bij hechting’, en Nike Mencke, lactatiekundige en IMH-generalist, verzorgen op 10 oktober samen de 2024-editie van de VROEG-lezing. Het thema is ‘Helpen hechten met woorden’. De lezing wordt gevolgd door een informeel drie gangen netwerkdiner. Locatie is de sfeervolle en goed bereikbare ‘De Kapel’ in Bloemendaal. Abonnees van VROEG-magazine krijgen 10 euro korting.