Overgevende kinderen met acute buikgriep belanden vaak op de spoedeisende hulp. Een antibraakmiddel blijkt effectief in het ziekenhuis, maar lijkt zinvol om al eerder bij de huisartsenpost voor te schrijven. Dit maakt de behandeling voor kinderen minder belastend.
Bijna alle kinderen onder de 5 jaar krijgen wel eens buikgriep. Meestal kent de ziekte een ongecompliceerd verloopt, maar het kan ook leiden tot ernstige uitdroging. De huisarts verwijst kinderen in die gevallen door naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, waar ze orale rehydratiezouten (ORS) toegediend krijgen. Als een kind daarnaast ook braakt, kan het kind het antibraakmiddel ondansetron toegediend krijgen, zodat het de rehydratiezouten binnenhoudt. Meestal wordt zo een ziekenhuisopname voorkomen.
Huisartsenposten
Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onderzochten 194 kinderen (tussen een half jaar en 6 jaar oud) die met buikgriep de huisartsenposten in Groningen, Assen of Zwolle bezochten. De ene groep kreeg ondansetron en ORS, terwijl de andere groep enkel ORS kreeg. De onderzoekers bekeken gedurende zeven dagen na het bezoek aan de huisartsenpost hoe vaak kinderen die moesten braken, doorgestuurd werden naar het ziekenhuis. Ze maten ook de tevredenheid van de ouders en de bijwerkingen bij het kind.
Meer patiënttevredenheid, evenveel verwijzingen
Het toedienen van ondansetron in de eerste lijn blijkt het braken binnen vier uur te verminderen van 43 procent naar 19 procent. Ouders waren tevredener over de behandeling. Huisartsen kunnen overwegen het antibraakmiddel voor te schrijven, concluderen de onderzoekers. Toediening van het middel had echter geen significant effect op het aantal bijwerkingen, verwijzingen en ziekenhuisopnames. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er relatief veel kinderen met een hoog risico op uitdroging deelnamen aan de studie.
Vervolgonderzoek
In een kwalitatief vervolgonderzoek zal worden uitgezocht welke factoren het aantal verwijzingen en ziekenhuisopnamen van kinderen met buikgriep beïnvloeden. Daarvoor gaan de onderzoekers artsen in de eerste en tweede lijn interviewen en dossiers onderzoeken. Daarnaast interviewen ze ouders om inzicht te krijgen in hun verwachtingen en ervaringen met buikgriep. Wellicht kan een betere voorlichting door de huisarts helpen, denken de onderzoekers: als ouders minder ongerust zijn, neemt het aantal verwijzingen mogelijk af.
Bron: ZonMW
Zie ook: