Recensie ‘Neurospeciale kinderen begrijpen en begeleiden’ door Zoë Kempe
Dit boek gaat over hulp aan kinderen waarbij de hersenen zich net even anders ontwikkelen dan gemiddeld. Er wordt praktische uitleg gegeven over hun manier van denken. Daarnaast geeft het handvatten voor de begeleiding van deze bijzondere doelgroep. De auteur, Anneke Groot, werkt met mensen met autisme. Ook is zij moeder van een zoon met autisme.
Met neurospeciale kinderen worden kinderen bedoeld met uiteenlopende problematiek, zoals kinderen waarbij een diagnose ADHD, autisme of DCD is gesteld. Er is echter voor gekozen om geen nadruk te leggen op specifieke diagnoses. In plaats daarvan ziet Anneke Groot deze doelgroep breder en wel onder de noemer neurospeciale kinderen. Hiermee doelt zij op kinderen met een eigen stijl van denken, doen en leren. Het gaat over kinderen met prikkelverwerkingsproblemen, die blokkeren, niet tot handelen komen. Kinderen waarbij sprake is van dyspraxie, zwakke executieve functies en die soms moeite hebben zich te focussen. Deze kinderen worden niet altijd even goed begrepen door de mensen om hen heen. Dit boek doet hulpverleners een handreiking om deze kinderen beter gaan begrijpen en daarmee ook beter te kunnen ondersteunen.
Tien bouwstenen
Het boek is geschreven aan de hand van tien bouwstenen: kennis, attitude, meebewegen, prikkelregulatie, motivatie, tijd en uitleg, prompten, oefenen, kleurloos reageren en gestructureerd leren. Deze bouwstenen worden uitgebreid beschreven en komen vervolgens in elk hoofdstuk terug. Daarnaast komen verschillende onderwerpen aan bod. Zo wordt er uitgebreid ingegaan op de prikkelverwerkingsproblemen die vaak worden gezien bij neurospeciale kinderen. Daarbij is er aandacht voor prikkelovergevoeligheid en prikkelondergevoeligheid. Andere thema’s die aan bod komen zijn onder andere dyspraxie en de executieve functies. Er wordt kennis gedeeld. Ieder hoofdstuk bevat daarnaast ook vragenlijsten en praktijkvoorbeelden. Dit maakt dat het boek goed leesbaar is en makkelijk toepasbaar in de praktijk. Tot slot worden er verschillende tips en adviezen gegeven voor begeleiding in zorg, onderwijs en opvoeding.
Attitude
Ook is er veel aandacht voor de eigen attitude van de hulpverlener, leerkracht of begeleider. Gesteld wordt dat je innerlijke houding als mens bepalend is voor het contact met het kind. Dit is natuurlijk bij ieder kind het geval. Alleen zijn van neurospeciale kinderen nog gevoeliger voor de attitude van degene die ze begeleidt. In het contact met deze kinderen zijn acceptatie van het ‘anders zijn’, begrip en vertrouwen van belang. Deze kinderen kunnen extra sterk reageren op oordelen, spanningen en zorgen van de begeleider. Het belang van achter het gedrag kijken wordt beschreven en extra ondersteund door sprekende praktijkvoorbeelden die de informatieve teksten tot leven weten te brengen.
Mooie aanvulling
Al met al is ‘neurospeciale kinderen begrijpen en begeleiden’ een mooie aanvulling als je werkzaam bent binnen de hulpverlening. Hetzelfde geldt voor degenen die in het onderwijs te maken hebben met kinderen die vastlopen op het gebied van prikkelverwerking en executieve functies.
Neurospeciale kinderen begrijpen en begeleiden >>
Zoë Kempe is Beeldend Therapeut en Orthopedagoog en werkzaam binnen de SGGZ Kind en Jeugd. Zij behandelt kinderen van verschillende leeftijden met uiteenlopende problematiek (angst, stemming, ADHD, ASS, hechting, et cetera) en hun ouders. In de behandelingen combineert ze Cognitieve Gedragstherapie met creatieve technieken en mindfulness.