Door Sharon Metus, orthopedagoog in opleiding tot GZ-psycholoog
Waardevolle verbinding tussen ouder en kind
Toen ik hoorde dat er een boek verscheen waarin schematherapie werd geïntegreerd met Infant Mental Health (IMH), was mijn nieuwsgierigheid direct gewekt. Als orthopedagoog in opleiding tot GZ-psycholoog en moeder van twee jonge kinderen, weet ik hoe intens en kwetsbaar de eerste jaren van het ouderschap kunnen zijn. Het idee dat schematherapie, een methodiek die ik eerder vooral toepaste bij jongeren en hun ouders, nu ook ingezet kan worden in de context van jonge kinderen en hun ouders, voelde als een waardevolle verrijking.
Het boek opent met een vraag die mij persoonlijk raakte: Hoe moeten ouders die zelf een gezonde ouder en veilige hechting hebben gemist, weten hoe ze dat voor hun eigen kind moeten doen? Die vraag is niet alleen theoretisch relevant, maar ook diep menselijk. De auteurs slagen erin om ouders niet te benaderen vanuit tekortkomingen, maar vanuit erkenning en compassie. Ze maken zichtbaar dat gedrag van kinderen vaak een vorm van communicatie is, een ‘taal van het kind’, die uitnodigt tot verbinding in plaats van correctie.
Van theorie naar praktijk
De opbouw van het boek is helder en praktisch. De therapiesessies zijn verdeeld over drie fasen (verbinding en begrijpen, ervaringsleren en gezonde volwassene en autonomie), met telkens een centraal thema. In de eerste sessie komt veel samen: kennismaking, persoonlijke doelen, uitleg over schematherapie, hechting, basisbehoeften en het schemamodi-model. Dat kan overweldigend zijn, maar vanaf sessie twee ontstaat er een duidelijke structuur. In fase twee wordt, in tegenstelling tot reguliere schematherapie, gewerkt met het kwetsbare kind in de ouder. Juist in deze levensfase helpt dat om mildheid en zelfcompassie te ontwikkelen, wat ouders ondersteunt in hun zoektocht naar verbinding met hun kind én zichzelf. De sessie over partnerrelatie, of juist het gemis daarvan, is een waardevolle toevoeging, net als de tussenevaluatie na tien sessies waarin groepsdynamiek en feedback centraal staan.
Wat ik sterk vind, is dat het boek niet alleen handvatten biedt voor ouders, maar ook voor therapeuten. De rol van de therapeut wordt expliciet benoemd, inclusief het belang van self-disclosure: het normaliseren dat ook wij als professionals niet altijd in onze gezonde modus zitten. De kracht zit niet in perfectie, maar in het vermogen tot herstel en reparatie.
Wat bovendien een mooie aanvulling is, is dat de auteurs uitgebreid stilstaan bij de verschillende toepassingen van schematherapie voor (aanstaande) ouders. Niet alleen groeps- en individuele trajecten komen aan bod, maar ook samengestelde gezinnen, wensouders, de partnerrelatie en zelfs het uitnodigen van het jonge kind in de therapiekamer. Dit vergroot het bereik en de toepasbaarheid van het boek aanzienlijk.
Rijke bron voor professionals in de geboortezorg
Een andere sterke toevoeging vind ik het bijbehorende werkboek, dat speciaal is geschreven voor ouders. Hierin wordt op toegankelijke wijze uitgelegd wat schematherapie inhoudt, en kunnen ouders hun (huiswerk)opdrachten direct in het werkboek maken. Dit maakt het niet alleen praktisch, maar ook persoonlijk en overzichtelijk. Een kleine suggestie voor toekomstige versies zou zijn om de opdrachten in het werkboek te koppelen aan paginanummers in de handleiding, zodat therapeuten hier direct naar kunnen verwijzen.
Hoewel het boek in de inleiding en bijlagen benoemt dat het ook voor vaders en/of partners geschikt is, had dit in de hoofdtekst sterker naar voren mogen komen. Juist in een tijd waarin we streven naar gelijkwaardige ouderrollen, verdient dit meer aandacht. Het expliciet betrekken van vaders zou niet alleen de inclusiviteit vergroten, maar ook bijdragen aan bredere herkenning en toepassing van het gedachtegoed in diverse gezinsvormen.
Al met al is de theorie in het boek een waardevolle, onderbouwde aanvulling voor professionals in de geboortezorg en hulpverlening aan jonge kinderen. De therapiesessies en het werkboek bieden concrete richtlijnen voor therapeuten, nodigenuit tot vertragen, verdragen en verbinden: precies wat nodig is in deze intensieve levensfase.
Over de recensent:

Sharon Metus is orthopedagoog in opleiding tot GZ-psycholoog bij het Behandel en Expertisecentrum Jonge Kind van Jeugdhulp Friesland. Ze heeft ervaring als gedragswetenschapper en schematherapeut binnen de jeugdhulp, en combineert haar professionele kennis met haar persoonlijke ervaring als moeder van twee jonge kinderen. Sharon is geïnteresseerd in integratieve behandelvormen die recht doen aan de complexiteit van het ouderschap en de ouder-kindrelatie in de vroege levensfase.
Auteurs: Esra Schuiling & Jeffrey Roelofs
Uitgever: BSL Media & Learning
Verschijningsdatum: 17 maart 2025
Omvang: 157 pagina’s, met illustraties
ISBN/EAN: 9789036831277

