Kindermishandeling kent vaak geen enkelvoudige oorzaak, maar is het resultaat van een complexe wisselwerking tussen risico- en beschermingsfactoren.  In een onveilige hechtingsrelaties willen kinderen hun ouder aan de ene kant benaderen voor troost, maar ze weten ook dat de ouder soms verontrustend gedrag kan laten zien. Daardoor zijn ze tegelijkertijd geneigd de ouder uit de weg te gaan. Die paradox werkt ontwrichtend en uit zich in gedesorganiseerd gedrag.

“In hechtingsrelaties waarin het kind door de ouder mishandeld wordt, is die paradox sterk aanwezig”, vertelt Sophie Reijman op blikophulp.nl. Reijman promoveerde aan de Universiteit Leiden op haar onderzoek ‘Child maltreatment under the skin’ en is momenteel werkzaam aan de Universiteit van Kopenhagen. “De ouder is mogelijk een bron van schrik of angst, maar tegelijkertijd de aangewezen toevlucht. Als kinderen tijdens de Vreemde Situatie Procedure van Ainsworth angst voor de ouder laten zien, zoals bijvoorbeeld achteruit deinzen met een bange gezichtsuitdrukking, dan is dat een heel sterke indicatie van een gedesorganiseerde hechtingsrelatie”.

Onveilige gehechtheid

Kinderen met een veilige hechtingsrelatie benaderen hun ouder voor troost en toeverlaat wanneer ze van streek, of moe, of anderzijds kwetsbaar zijn. Ze weten uit ervaring dat hun ouder sensitief op hen zal reageren, waarna ze zich weer richten op spel en het verkennen van de omgeving. “Maar kinderen met een onveilige hechtingsrelatie kunnen daar niet op rekenen”, aldus Reijman. “In de Vreemde Situatie Procedure waarin we kind en ouder kort scheiden en herenigen om gehechtheid te meten, laten ze één van twee mogelijke strategieën zien: kinderen in een vermijdende hechtingsrelatie lijken onaangedaan door de procedure, en negeren de ouder bij terugkomst. Hoewel fysiologische metingen laten zien dat ze wel degelijk stress ervaren, keren ze zich niet tot de ouder om de stress te verlichten, maar richten zich vooral op de omgeving. Kinderen met afwerende hechting zijn erg aangedaan door het vertrek van de ouder en laten een sterke behoefte aan contact zien bij de hereniging. Tegelijkertijd weren ze het contact af met boos gedrag, en in hun onbevredigde hang naar de ouder keren ze niet terug naar spel”

Gedesorganiseerde hechting

Hoewel het hechtingsgedrag van kinderen tussen – én binnen – deze drie strategieën verschilt, wordt het echter wel als georganiseerd beschouwd. Het gedrag staat immers, binnen de dynamiek van de relatie, in functie van het bewerkstelligen van de relatieve nabijheid en positieve aandacht van de ouder.

Gedesorganiseerd hechtingsgedrag, daarentegen, is gedrag van kinderen in relatie tot de ouder tijdens de Vreemde Situatie Procedure waarin deze functie ontbreekt of wordt tegengesproken. Dat kan zich op veel verschillende manieren manifesteren. Reijman: “Onder gedesorganiseerd hechtingsgedrag valt onder meer conflictgedrag. Bijvoorbeeld het benaderen van de ouder met sterk afgewend hoofd, of hard huilen terwijl het kind zich verwijdert van de ouder. Ook zien we ongericht gedrag, zoals huilend voorover op de grond gaan liggen. Andere mogelijke uitingsvoermen zijn stereotiep gedrag, zoals het flapperen met de handen wanneer een kind de ouder benadert, angstig gedrag of gedesoriënteerd gedrag. Bij dat laatste kun je denken aan een kind dat bij terugkomst van de ouder blij de onbekende persoon die ook in de ruimte is begint te begroeten”.

Advertentie

Hechting of hechtingsgedrag

Het is volgens Reijman belangrijk om het verschil te benadrukken tussen gedesorganiseerd hechtingsgedrag en gedesorganiseerde hechting. “Veel kinderen laten een vorm van gedesorganiseerd hechtingsgedrag zien tijdens de Vreemde Situatie zonder dat de hechtingsrelatie gedesorganiseerd wordt bevonden. Getrainde codeurs beoordelen of het gedrag dermate aanwezig is dat desorganisatie de voornaamste hechtingskwalificatie dient te zijn. Bij die beoordeling komen veel factoren kijken: welk gedrag laat het kind zien? Op welk moment? Hoe lang duurt het? Herhaalt het zich?”

Risico voor ontwikkeling

Een gedesorganiseerde hechting blijkt een risicofactor voor de ontwikkeling van het kind. “Een meta-analyse toonde aan dat deze kinderen een verhoogd risico lopen op latere leeftijd (tot twaalf jaar) agressief of antisociaal probleemgedrag te laten zien. Kinderen met een vermijdende hechting liepen dit risico, in mindere mate, ook. Gedesorganiseerde hechting was niet gerelateerd aan internaliserend probleemgedrag, zoals bijvoorbeeld angstig of depressief gedrag. Vermijdende hechting was dat wel”. Wetenschappelijk bewijs voor associaties van gedesorganiseerde hechting met andere ontwikkelingsuitkomsten, zoals dissociatieve symptomen, blijkt echter inconsistent.

Lees verder op blikophulp.nl >>

Sophie Reijman spreekt op het jaarlijks congres over hechtingsproblematiek van Euregionaal Congresburo dat dit jaar online zal plaatsvinden, over de relatie tussen kindermishandeling en een gedesorganiseerde hechting. 

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan