Oudere kinderen zijn vaker blootgesteld aan de kinkhoestbacterie dan jongere kinderen. Daardoor hebben ze meer antistoffen tegen de ziekteverwekker. Maar ze tonen ook een sterkere afweerreactie na een boostervaccin tegen kinkhoest. Blootstelling is daarmee een belangrijke factor in de timing en werkzaamheid van een boostervaccin. Dat blijkt uit een publicatie van het Radboudumc in Nature Communications.
De vaccinatie tegen kinkhoest is de ‘K’ in de DKTP-vaccinatie. Kinderen krijgen in ons land drie keer in hun eerste levensjaar en nogmaals als ze vier jaar zijn. Toch maakt de bacterie die kinkhoest veroorzaakt nog steeds veel mensen ziek. Dat komt doordat de vaccins heel goed beschermen tegen ernstige ziekte, maar minder goed tegen infectie met de zeer besmettelijke kinkhoestbacterie.
Antistoffen tegen vaccin en bacterie
Wat is het effect van circulatie van de kinkhoestbacterie op een boostervaccinatie? Dat vroegen immunoloog Dimitri Diavatopoulos en promovenda Janeri Fröberg van het Radboudumc zich af. Ze onderzochten twee groepen kinderen. ‘De ene groep was tussen 7-10 jaar oud, de andere tussen 11-15’, vertelt Fröberg. ‘Ze hadden allemaal hun serie prikken uit het Rijksvaccinatieprogramma gekregen. We gaven ze een booster en keken naar de afweerreactie in de neus, vóór de booster, en een maand en een jaar daarna. We maakten in onze metingen onderscheid tussen antistoffen tegen het vaccin en tegen de bacterie zelf.’
Booster later toedienen
De mate van blootstelling aan een ziekteverwekker blijkt belangrijk voor de reactie op een vaccin. Dit heeft mogelijk consequenties voor het vaccinatieprogramma. ‘Verschillende landen vaccineren op verschillende leeftijden tegen kinkhoest. Ook het aantal boostervaccinaties wisselt’, legt Diavatopoulos uit. ‘Wij geven in Nederland kinderen een booster op vierjarige leeftijd, terwijl dat in andere landen bijvoorbeeld bij kinderen van negen of twaalf gebeurt. In ons vaccinatieprogramma gaat die prik binnenkort ook schuiven, van vier naar zes jaar oud. Onze studie ondersteunt deze latere toediening van een booster. We moeten daarbij wel rekening houden met de juiste balans tussen de circulatie van de bacterie en de ernst van klachten in mensen die besmet raken. Een beetje blootstelling kan voordelig zijn voor het effect van de vaccinatie, maar de ziektelast moet voldoende laag blijven.’
Bron: radboudumc.nl
Zie ook:
- Bereik vaccinatie tegen kinkhoest laat te wensen over
- Gratis 22 wekenprik beschermt baby tegen kinkhoest