De organisatie Moeders voor Moeders haalt al tientallen jaren urine op van zwangeren. De urine wordt gebruikt voor het maken van een vruchtbaarheidsmedicijn. Sinds de coronacrisis doneren minder zwangeren hun urine aan de organisatie. Deze situatie moet volgens de organisatie niet ‘heel lang’ meer gaan duren, want dat zou tot een tekort aan het hormoon hCG kunnen leiden.
Al bijna negentig jaar zamelt Moeders voor Moeders urine van zwangere vrouwen in voor het maken van een geneesmiddel dat vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen kan helpen. Het aanbod was vorig jaar nog zó groot dat er een zomerstop voor het inzamelen van potjes plas werd ingesteld. De opslag van Aspen, de Brabantse farmaceut achter Moeders voor Moeders, zou anders overvol raken. Nu is de situatie 180 graden gedraaid.
Tot aan het begin van de coronacrisis in Nederland, midden maart, lag het aantal aanmeldingen iets boven dezelfde periode vorig jaar. Maar sinds april ligt het aantal aanmeldingen 10 tot 15 procent lager dan een jaar geleden. “Het is aannemelijk dat de coronacrisis de belangrijkste oorzaak is van het relatief lage aantal aanmeldingen van de afgelopen weken”, vertelt Judith Versteegh, bij Moeders voor Moeders verantwoordelijk voor de inzameling van de urine.
Volgens de organisatie zal de coronacrisis voor sommige pril-zwangere vrouwen, extra zorgen met zich meebrengen. “Zorgen die te maken kunnen hebben met de risico’s van besmetting en toegang tot zorg tijdens zwangerschap en bevalling. Wij kunnen ons voorstellen dat in die situatie sommige vrouwen minder animo hebben om mee te doen aan Moeders voor Moeders.”
Bron: Algemeen Dagblad