Borst- en flesgevoede baby’s verdienen dezelfde goede start. De vuistregels en stappen hiertoe zijn door WHO-UNICEF verwerkt in vijf standaarden. Deze vormen vanaf 1 juli 2017 de criteria voor de nieuwe certificering. Dit betekent dat vanaf deze datum alle baby’s dezelfde zorg krijgen. Voor de stichting Zorg voor Borstvoeding reden om haar naam te wijzigen in Baby Friendly Nederland.
Sinds 1996 voert stichting Zorg voor Borstvoeding het WHO-UNICEF programma Baby Friendly Hospital Initiative uit. Voor de JGZ is dit vertaald als de ‘zeven stappen voor de JGZ’. Het onderzoek werd tot nu toe uitgevoerd door op CB-locaties ouders en medewerkers te interviewen, naast een gesprek met de staf en het vooraf bestuderen van beleidsstukken en scholingsplan. Vanaf 1 juli toetst Baby Friendly Nederland volgens de Vijf Standaarden. Organisaties krijgen een online klantomgeving om zelf documenten te uploaden en de status van het onderzoek te bekijken.
Procedure vanaf 1 juli
Vanaf 1 juli toetst Baby Friendly Nederland volgens de Vijf Standaarden. Dit houdt in dat álle ouders informatie en begeleiding krijgen bij de natuurlijke behoeften van hun kind met betrekking tot responsiviteit en nabijheid, voedingsfrequentie en –hoeveelheden. Ouders die voeding per fles geven, moeten instructie krijgen over hóe de fles moet worden geven en hoeveel voeding fysiologisch gezien bij de baby past.
Online klantomgeving
Per 1 juli krijgen organisaties beschikking over een online klantomgeving om zelf documenten te uploaden en de status van het onderzoek te bekijken. Ouders worden via een digitale vragenlijst gevraagd hun ervaringen over de zorg te delen. Deze gevalideerde vragenlijst is gebaseerd op het internationale onderzoek en aangepast aan de Nederlandse situatie. De vernieuwde website www.Babyfriendlynederland.nl gaat per 1 juli live.
De Vijf Standaarden Baby Friendly Nederland
Standaard 1: beleid, scholing, prenatale voorlichting en ketenzorg
In het beleid van organisaties voor geboortezorg en jeugdgezondheidszorg staat dat extra aandacht wordt gegeven aan voeding voor de baby in de eerste twee jaar.
Medewerkers moeten zijn geschoold zodat zij ouders goed kunnen begeleiden bij de bevalling en voeding.
Alle ouders krijgen van de organisatie informatie over de bevalling en voeding voor hun kind. Met deze kennis kunnen ouders kiezen hoe zij willen bevallen en hun kind willen voeden.
Organisaties zorgen voor goede overdracht en verwijzen naar moeder- of babygroepen.
Standaard 2: goede start
Alle moeders krijgen hun baby direct na de geboorte bloot op hun huid. Dit huidcontact duurt minimaal een uur
Standaard 3: informatie en praktijk van het voeden
Alle ouders krijgen uitleg over wat hun baby nodig heeft. Hieronder valt bijvoorbeeld voeden op verzoek en het dichtbij houden van de baby. Ook krijgen ouders informatie over en de normale groei en ontwikkeling van hun kind.
Standaard 4: bijvoeding en voeding voor het oudere kind
Ouders kunnen geïnformeerde beslissingen nemen over het starten van voeding anders dan borstvoeding en kunstvoeding.
Standaard 5: hechting en zeggenschap
Ouders worden gesteund in het ontwikkelen van een hechte band met hun kind en het nemen van geïnformeerde beslissingen over de verzorging en behandeling van hun kind.
Derde editie Congres Vroegsignalering bij baby’s
Op 15 november vindt de derde editie plaats van het Congres Vroegsignalering bij baby’s. Het jaarlijks congres staat dit keer in het teken van vroeggeboorte: wat betekent dit voor de ontwikkeling van een kind, nu en later in het leven? En wat zijn aandachtspunten voor professionals? Lees verder >