Ongelijkheid tussen kinderen begint in Vlaanderen al op de kleuterschool.  Kinderen met een andere thuistaal of uit een kansarm gezin worden veel minder uitgedaagd dan hun leeftijdgenootjes die beter Nederlands spreken en daardoor mondiger en ­assertiever zijn. Taalzwakke kinderen krijgen dus veel minder ontwikkelingskansen.

Dat blijkt uit onderzoek van de Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek in samenwerking met het Steunpunt Diversiteit en Leren van de Universiteit Gent naar hoe het kleuters uit kansarme groepen vergaat bij hun overstap naar de kleuterschool. Na een nauwgezette analyse van honderden uren video concluderen de onderzoekers dat naar de kleuterschool gaan niet volstaat om beter Nederlands te leren. Plus dat de kleuterschool niet altijd over de middelen beschikt om aan die verwachtingen te kunnen voldoen.

Instructietaal domineert

In instapklassen in Vlaanderen zitten 2,5-jarigen samen – het zijn kinderen die voor het eerst naar school gaan. Een instapklas groeit naarmate het schooljaar vordert, bij elk instapmoment komen er kleuters bij. “Gezien die context is het voor kleuterleidsters erg moeilijk om een aanbod te doen dat optimaal is”, zegt professor Michel Vandenbroeck. De kleuterleiders blijken namelijk veel belang te hechten aan routine en discipline. “In hun taalgebruik domineert de instructietaal: doe dit, doe niet dat. Trek je jas aan, ga zitten, wees stil! Dat is taalgebruik waar een kind zelf maar heel weinig van leert, op het gebied van de eigen taalontwikkeling.”

Behangpapierkinderen

Kleuterleidsters gaan wel individueel met een kind in gesprek, tijdens vrije spelmomenten, maar ook dan blijft het gesprek vaak eenrichtingsverkeer. Gesprekjes waarin het twee of meer keer heen en weer ging tussen kind en juf – open vraag/antwoord/feedback – waren zeldzaam. Het zijn echter de meer mondige kinderen die toch de aandacht van de juf weten te vangen en een gesprekje op gang weten te krijgen.

Opvallend is ook dat kinderen niet worden aangemoedigd om met elkaar in gesprek te gaan. Het wordt zelfs vaak afgeremd: ze moeten stil op de bank blijven wachten tot iedereen klaar is.

Dat alles maakt dat kinderen die taalzwak zijn, een hele schooldag lang maar weinig kansen krijgen om iets te zeggen. Vandenbroeck noemt ze weleens ‘behangpapierkinderen’.

Kleinere klassen

Het is zeker niet allemaal de schuld van de kleuterjuffen, stellen de onderzoekers. Scholen kunnen er iets aan doen, door de klassen van de allerjongsten kleiner te maken, en die van de oudere kinderen iets groter, zegt Vandenbroeck. Hij pleit ook voor klassen waarin 2,5-jarigen samenzitten met oudere kleuters, zodat ze van elkaar kunnen leren.

Ook de Vlaamse overheid draagt een grote verantwoordelijkheid: “Als je echt alle ouders wil verplichten om kleuters van jongs af naar school te sturen, moet je hen geven wat je belooft. Dat vraagt kleinere klassen en meer middelen.”

De overgang naar de kleuterschool voor kinderen uit gezinnen in armoede >

Bron: standaard.be

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan