Iedereen die beroepsmatig in direct contact komt met kinderen tot een half jaar oud moet een – periodiek herhaalde – vaccinatie tegen kinkhoest krijgen. Dit geldt voor mensen die werken in het ziekenhuis, maar ook voor werknemers in de kraamzorg, bij consultatiebureaus of in de kinderopvang. Dat concludeert de Gezondheidsraad in het advies Werknemers en kinkhoest: criteria voor vaccinatie.
Volgens het Rijksvaccinatieprogramma is een kind van zes maanden en ouder ten minste drie keer tegen kinkhoest gevaccineerd en zou dan gedurende een aantal jaar voldoende beschermd moeten zijn tegen kinkhoest. De Gezondheidsraad vindt dat onvolledig beschermde kinderen in bescherming genomen moeten worden. Dit geldt voor kinderen die nog geen drie doses vaccin hebben ontvangen.
Hoesten verspreidt kinkhoestbacterie
Voor de eigen gezondheid van de werknemers is zo’n vaccinatie niet direct nodig, maar wel om de kwetsbare jonge kinderen te beschermen die aan hun professionele zorg zijn toevertrouwd. Werknemers die besmet zijn met de kinkhoestbacterie kunnen al hoestend anderen besmetten. Vooral jonge kinderen kunnen daar erg ziek van worden. De ernstigste vormen van kinkhoest, in uitzonderlijke gevallen zelfs leidend tot de dood, treden op bij de kinderen die nog niet of niet volledig door vaccinatie zijn beschermd. Werknemers die in direct contact komen met jonge kinderen zouden daarom door hun werkgever vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden moeten krijgen. Vaccinatie van werknemers kan helpen om hen te beschermen wanneer ze op hun werk worden blootgesteld aan virussen en bacteriën.
Eens in de vijf jaar
De beschikbare vaccins tegen kinkhoest bieden geen levenslange bescherming. Daarom moet vaccinatie tegen kinkhoest periodiek worden herhaald. De Gezondheidsraad adviseert om werknemers uit voorzorg eens in de vijf jaar vaccinatie tegen kinkhoest aan te bieden.
Twee kaders
Op verzoek van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontwikkelde de Gezondheidsraad in een eerder advies twee kaders waarmee werkgevers kunnen beoordelen wanneer vaccinatie aan te raden is: één om de gezondheid van werknemers te beschermen en één in het belang van derden.