Kinderen die voldoende kunnen spelen en bewegen, ontwikkelen een brede basis aan motorische vaardigheden. Daardoor krijgen ze meer plezier in bewegen en zullen ze het vaker doen, wat een positief effect heeft op de gezondheid. Tevens vormen de motorische en zintuiglijke ontwikkeling de basis voor andere ontwikkelingsgebieden, zoals de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling. 

Tekst: Mascha Boelaars, BKK
Illustratie: Jane Klein, OptimaForma, Nijmegen

Alle (gezonde) kinderen tussen nul en vier jaar maken eenzelfde ontwikkeling door, met dezelfde mijlpalen op het gebied van de motorische en zintuiglijke ontwikkeling. Ieder kind doet dit wel op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. De omgeving en dus ook de pedagogische beroepskrachten zijn echter een belangrijke factor in het stimuleren hiervan.

Als een kind iets nieuws leert, ontstaat er een nieuwe verbinding tussen zenuwcellen. Hoe sterker die verbinding, des te beter het kind de vaardigheid beheerst. Om deze verbinding te verbeteren, is herhaling belangrijk evenals een enthousiasmerende en actieve rol van de pedagogische beroepskracht. Daarnaast is voorbeeldgedrag belangrijk, omdat kinderen voornamelijk leren door gedrag te imiteren.

Zelf ontdekken

Internationale richtlijnen geven aan dat bewegen voor twee- tot vijfjarigen met name gericht moet zijn op het verbeteren van de motorische vaardigheden. Het is daarbij van belang dat jonge kinderen zoveel mogelijk verschillende ervaringen met bewegen opdoen en vooral zo vaak mogelijk kunnen buitenspelen. Daarbij moeten zij de ruimte krijgen om de omgeving te ontdekken en hun motoriek en zintuigen te ontwikkelen. Dit ontdekken gebeurt door bewegen, voelen, zien, ruiken, horen en proeven. Deze ontwikkeling vormt de basis voor de andere ontwikkelingsgebieden.

Uitnodigend

Om de omgeving te kunnen ontdekken, dient deze uitnodigend te zijn. De belangrijkste criteria hiervoor zijn veiligheid, uitdaging, variatie en aansluiting bij de zone van naaste ontwikkeling van het kind. Dus net een stapje verder gaan dan waar de ontwikkeling van het kind is. Van belang is gedurende de dag zoveel mogelijk beweegactiviteiten in het dagelijks handelen te integreren. Denk aan activiteiten als aan- en uitkleden, tafeldekken en afruimen, kennismaken met allerlei materialen, bouwen, knippen, plakken, verven. Voor de grove motoriek is het ook belangrijk dat kinderen voldoende buitenspelen.

AdvertentieAbonneren op lentenummer

Volgen

Naast het op het kind afgestemde aanbod, is er aandacht nodig voor het volgen van de motorische ontwikkeling om te voorkomen dat een kind een achterstand ontwikkelt of door bijvoorbeeld angst in een negatieve spiraal terecht komt. Tot slot is het belangrijk om geen stereotype gedrag te stimuleren, maar voor jongens en meisjes een zo gevarieerd mogelijk aanbod te creëren.

Samenvatting hoofdstuk ‘Fysieke ontwikkeling’
Dit bericht is een samenvatting van het hoofdstuk ‘Fysieke ontwikkeling: motorische en zintuiglijke ontwikkeling’ in het ‘Pedagogisch curriculum voor het jonge kind in de kinderopvang’. De auteur Dr. Mirka Janssen is opgeleid tot leraar Lichamelijke Opvoeding, Bewegingswetenschapper en Epidemioloog, ze heeft een eigen bureau en is verbonden aan de HvA. ‘Fysieke ontwikkeling’ hoort bij de doelstelling ‘Het bevorderen van persoonlijke competentie’.

Meer over het ‘Pedagogisch curriculum’
In mei 2017 verscheen de uitgave ‘Pedagogisch curriculum voor het jonge kind in de kinderopvang’. Diverse onderzoekers en wetenschappers op het gebied van opvoeden hebben samen dit curriculum geschreven. Hierin staan thema’s die belangrijk zijn voor een goede kwaliteit, bijvoorbeeld welbevinden & betrokkenheid, gehechtheid, taalontwikkeling en gezonde leefstijl. Bij ieder thema staat wat jonge kinderen nodig hebben, wat jonge kind voorzieningen moeten bieden en wat dat betekent voor het kind, nu en in de toekomst. Elk thema past bij één van de vier pedagogische doelen van prof. Dr. Marianne Riksen-Walraven, zoals in de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) zijn opgenomen.

Ga voor meer informatie over het curriculum naar de website van BKK >

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan