De ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ helpt professionals om zorgvuldig te handelen bij zorgen over de thuissituatie van een kind. Onlangs is duidelijker omschreven in welke situaties het nodig is dat professionals hun vermoedens melden bij Veilig Thuis en aan welke voorwaarden goede hulp moet voldoen. Vanaf 1 januari 2019 moeten alle zorgprofessionals volgens de vernieuwde aanpak werken.

Edith Geurts, Augeo

In Nederland zijn ieder jaar 118.000 kinderen thuis niet veilig. Dit staat gelijk aan 1 op de 30 kinderen. De ‘Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ helpt professionals in vijf stappen zorgvuldig te handelen. Per 1 januari 2019 verandert deze wet. De aanleiding voor de verbetering is dat er nog te veel gezinnen uit beeld raken. Professionals melden zorgelijke situaties alleen bij Veilig Thuis als zij de situatie heel ernstig vinden of als zij niet in staat zijn om hulp te bieden. De meeste professionals zien echter slechts een deel van de problemen thuis. Ze zijn te kort bij een gezin betrokken of ze kennen slechts één gezinslid. Vaak heeft men ook geen zicht op of eventuele bemoeienis de veiligheid vergroot of dat het geweld toch weer is opgelaaid.

Melden én hulp organiseren

In de verbeterde meldcode is vastgelegd dat het de professionele norm is om vermoedens van ernstige kindermishandeling en huiselijk geweld altijd te melden bij Veilig Thuis. Daaronder vallen acute onveiligheid en structurele onveiligheid. Van acute onveiligheid is sprake als een kind in direct fysiek gevaar verkeert en van structurele onveiligheid als een onveilige situatie zich herhaalt of voortduurt.

Het onderscheid tussen melden óf hulpverlenen is in de verbeterde meldcode verdwenen. Vanaf 1 januari beslis je éérst of het nodig is om te melden en daarna, zelf of samen met Veilig Thuis, of het ook mogelijk is hulp te bieden of te organiseren. De voorwaarden waaraan die hulp moet voldoen om effectief te zijn, bijvoorbeeld dat deze zich richt op het stoppen van het geweld en het herstellen van duurzame veiligheid, zijn eveneens per beroepsgroep omschreven. Iedere discipline hanteert hierin een eigen afwegingskader.

Een casus

Julan, een jongetje van Chinese afkomst, is twee jaar oud en komt vier dagen naar de opvang. Julan wordt ’s ochtends gebracht door zijn oudste zus, Lian van 16. Meestal komt zij hem ook weer ophalen en soms doet hun oma dat. De ouders werken ver weg en zijn alleen in het weekend thuis. De oma van de kinderen zorgt door de week voor hen.

Twee spelende jonge kinderenPedagogisch medewerker Lisa maakt zich al een tijdje zorgen over het gedrag van Julan. Hij pakt eten en speelgoed af van andere kinderen en luistert slecht naar aanwijzingen of opdrachtjes. Ook kan Julan niet goed omgaan met regels en structuur. Daarnaast valt op dat hij vaak moe is en in slaap valt als hij in een rustig hoekje aan het spelen is of tijdens het eten. Lisa heeft dit besproken met haar collega Mirjam, die eerder zijn twee jaar oudere zusje Jia in de groep had. Mirjam herinnert zich dergelijk gedrag ook van Jia en dat zij in overleg met de leidinggevende hierover met Veilig Thuis heeft gebeld voor advies. Hieruit volgde een gesprek met de oma, waarbij is aangegeven dat Jia eerder naar bed moest en meer structuur en duidelijkheid nodig had. Ook is benadrukt dat oma de ouders moest inschakelen en dat ze via het CJG ondersteuning kan krijgen.

Dit gesprek doet bij Lisa de alarmbellen rinkelen en zij besluit contact op te nemen met de oma. Na een week komt een vrouw Julan ophalen, die de buurvrouw van het gezin blijkt te zijn. Zij vertelde dat ze de situatie zorgelijk vond: de ouders zijn door de weeks nooit thuis, de oma wordt steeds vergeetachtiger en ’s avonds en s nachts hoort ze vaak gestommel en onrust in het huis naast haar, alsof er gespeeld en televisie gekeken wordt.

Volgens het boekje

Dit verhaal legt precies de vinger op de zere plek: kwetsbare gezinnen in risicovolle omstandigheden kunnen na verloop van tijd makkelijk uit het zicht van professionals raken. Dus ondanks dat de professionals zorgvuldig en volgens de stappen van de meldcode hebben gehandeld. Ook in dit geval: eerst Mirjam en later Lisa hadden verschillende signalen dat het niet zo goed ging in dat gezin (stap 1): de jongste kinderen vertoonden zorgelijk gedrag, de ouders zijn door de weeks afwezig, de oudere zus draagt een grote verantwoordelijkheid voor de jonge kinderen, de dagelijkse zorg en opvoeding van de kinderen ligt bij een oude oma die geen Nederlands spreekt en waarvan onduidelijk is of zij dat aan kan. Ze hebben met elkaar overlegd en Veilig Thuis om advies gevraagd (stap 2). Ze hebben met oma gepraat over hun zorgen (stap 3), het risico gewogen (stap 4) en samen met haar bedacht hoe zij de situatie zelf zou kunnen verbeteren: al dan niet met hulp van het CJG meer structuur bieden aan de kinderen en hen eerder naar bed sturen. In stap 5 hoefden ze geen melding te doen: want oma leek de situatie zelf te kunnen verbeteren. Helemaal volgens het boekje. En toch had de situatie voor het jongetje Julan voorkomen kunnen worden.

Zie ook de uitleg op You Tube: Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld: wat verandert er? >>

 

Nodig en mogelijk

Door de wijziging stellen professionals zich straks in stap 5 altijd twee vragen: is het nodig een melding te doen bij Veilig Thuis en is het mogelijk hulp te bieden of te organiseren? In het geval van deze Chinese familie had dat ertoe geleid dat Mirjam al bij het meisje Jia de conclusie had getrokken dat een melding bij Veilig Thuis noodzakelijk was geweest. De winst van een melding is dat zij signalen over een langere periode en vanuit verschillende bronnen bij elkaar kan brengen en snel kan ingrijpen als dat nodig is. In dit geval zou via Veilig Thuis misschien het wijkteam zijn ingeschakeld, was hulp ingezet om oma thuis te ondersteunen de kinderen te verzorgen en gekeken naar de mogelijkheden die er in het netwerk van de familie waren. Dan was al eerder gebleken dat ook de buurvrouw met liefde een oogje in het zeil wilde houden en op vaste dagen de jongste kinderen wilde ophalen van de opvang en op school.  Samen met Veilig Thuis zou gezocht zijn naar een structurele oplossing, zodat alle kinderen in dit gezin duurzaam veilig op kunnen groeien.

Kijk voor meer informatie over de meldcode op augeo.nl >>

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan