Er is op dit moment geen hard bewijs dat het gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap een risicofactor is voor het ontwikkelen van ADHD. De reden waarom het medicijn wordt voorgeschreven blijkt echter wel een rol te spelen.
Dat meldt het Nederlandse vakblad Huisarts en Wetenschap op basis van recent onderzoek in de Verenigde Staten. De onderzoekers verzamelden gegevens van bijna 200.000 kinderen (6 tot 14 jaar), geboren in ziekenhuizen in Hong Kong tussen 2001 en 2009, en van de moeder. Zij keken naar het verband tussen prenataal gebruik van antidepressiva en het risico op ADHD.
Bevindingen
Van alle kinderen gebruikten 1252 moeders een antidepressivum tijdens de zwangerschap. Daarbij hadden 5659 kinderen (3 %) de diagnose ADHD of werden behandeld voor ADHD. Het risico op ADHD was bij gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap hoger dan bij niet-gebruikers. Kinderen van moeders met een psychiatrische aandoening liepen eveneens meer risico. Er is echter geen significant verschil in het risico op ADHD tussen broers en zussen die waren blootgesteld aan antidepressiva tijdens de zwangerschap en diegenen die dat niet waren.
Confounding by indication
Volgens de onderzoekers wijst dit erop dat niet het antidepressivum het risico verhoogt, maar de reden (psychiatrische aandoening) waarom moeders het medicijn kregen. Dit wordt confounding by indication genoemd. Psychofarmaca tijdens de zwangerschap blijft echter een lastig onderwerp waarbij altijd een afweging moet worden gemaakt tussen het positieve effect voor de moeder en de risico’s voor het kind. Juiste informatie op basis van de feiten is daarbij cruciaal. Het is van belang om de patiënt van de juiste informatie over deze risico’s te voorzien.
Bron: henw.org