De totstandkoming van de kunstbaarmoeder is een stap dichterbij, dankzij een subsidie van bijna drie miljoen euro. Hiermee kan een werkend prototype gerealiseerd worden. Doel van de kunstbaarmoeder is het vergroten van de overlevingskansen van veel te vroeg geboren baby’s buiten het lichaam.
Een kunstbaarmoeder dient als vervanging van de couveuse en kunstmatige beademing. Dat is veel natuurlijker, omdat het de natuurlijke omstandigheden van een echte baarmoeder veel meer benadert. “Het doel is om met een kunstbaarmoeder extreem vroeg geboren kinderen door de kritische periode van 24 tot 28 weken te helpen”, vertelt Guid Oei, gynaecoloog werkzaam in MMC en deeltijdhoogleraar TU/e.
Prototype binnen handbereik
Vorig jaar presenteerde een consortium onder leiding van Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Máxima MC (MMC) een eerste ontwerp. Met de subsidie van 2,9 miljoen euro uit het EU-programma Horizon 2020 kan een eerste werkend prototype worden gebouwd.
Waar het een jaar geleden nog slechts ging om een eerste ontwerp tijdens de Dutch Design Week, is het prototype nu binnen handbereik. Prof. Frans van de Vosse en Prof. Loe Feijs van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Prof. Guid Oei van Máxima MC (MMC) zijn initiatiefnemers in het Europese consortium dat deze subsidie heeft ontvangen. In dit wetenschappelijk verband willen zij binnen vijf jaar een werkend prototype van de kunstbaarmoeder presenteren.
Grotere overlevingskans
De overlevingskansen van veel te vroeg geboren baby’s zijn klein; ongeveer de helft overlijdt bij 24 weken zwangerschap. En de baby’s die overleven, hebben vaak hun leven lang problemen met chronische aandoeningen zoals hersenschade, verminderde longfunctie en/of netvliesproblemen met mogelijk blindheid tot gevolg. Guid Oei: “Per dag dat de groei van een foetus van 24 weken in een kunstbaarmoeder wordt verlengd, zal de overlevingskans stijgen. Als we de foetale groei van deze kinderen in de kunstbaarmoeder kunnen verlengen tot 28 weken, is het grootste gevaar van voortijdig overlijden teruggebracht tot 15%.”
Geen beademing via longen
De omgeving waarin de te vroeg geboren baby’s wordt opgevangen is – net als de natuurlijke baarmoeder – op vloeistof gebaseerd. “Hierin vindt dus geen beademing met zuurstof via de longen plaats”, aldus Frans van de Vosse, hoogleraar Cardiovasculaire Biomechanica binnen de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e en coördinator van het project. “Zuurstof- en voedingsstoffenuitwisseling verloopt via de navelstreng met behulp van een kunstmatige placenta. Het systeem dat daarvoor zorgdraagt monitort continu de toestand van de baby. Denk hierbij aan hartslag en zuurstofvoorziening maar ook hersen- en spieractiviteit. Geavanceerde computermodellen die de toestand van de baby simuleren worden gebruikt om zeer snel de arts te ondersteunen in besluitvorming omtrent de instellingen van de kunstbaarmoeder.”
Foetale oefenpop
Binnen het project is ook de groep Industrial Design of Embedded Systems onder leiding van Loe Feijs actief. Zij ontwikkelen een foetale oefenpop die nauwkeurig veel te vroeg geboren baby’s in een intensive care-instelling kan simuleren. Hiermee kan de kunstbaarmoeder in een realistische testomgeving worden geëvalueerd voor het in de kliniek zal worden toegepast.
TU/e en MMC zijn initiatiefnemer van dit Europees consortium in samenwerking met LifeTec Group, Nemo Healthcare, Politecnico di Milano en UniversitaetsKlinikum Aachen. De partners die in dit consortium samenwerken zijn experts op alle deelgebieden die nodig zijn om de kunstbaarmoeder te ontwikkelen. Door de ervaring te delen en de krachten te bundelen komt de realisatie van de kunstbaarmoeder snel dichtbij.
Bron: mmc.nl