De ingeslagen weg naar integrale geboortezorg heeft een positief effect gehad op de sterftedaling van baby’s in Nederland. Maar vergeleken met andere Europese landen blijft Nederland vooralsnog een middenmoter. Bovendien vlakt de daling van sterftecijfers af.
De afgelopen jaren zijn er veel maatregelen genomen om de kwaliteit van de geboortezorg en de samenwerking tussen de betrokken beroepsgroepen te verbeteren. Aanleiding hiervoor was de hoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen, meldt zorgvisie.nl.
Integrale bekostiging
Om de samenwerking tussen zorgaanbieders te verbeteren kunnen alle onderdelen van de geboortezorg sinds 2017 gezamenlijk worden gecontracteerd in één zogenoemd integraal bekostigingscontract. Met een integraal tarief ontvangen alle zorgaanbieders samen voor alle zorgactiviteiten één tarief per zwangere. De nieuwe bekostiging vraagt om organisatorische veranderingen, waaronder de vorming van integrale geboortezorg organisatie (igo). Hier zijn de zorgaanbieders zoals verloskundigen, gynaecologen, kraamzorg, en een ziekenhuis in ondergebracht. Zes regio’s zijn in 2017 overgestapt op integrale bekostiging.
Positief effect op sterftedaling
De weg naar integrale geboortezorg heeft een positief effect gehad op de sterftedaling, blijkt uit onderzoek van het RIVM. De perinatale sterfte uitgedrukt in het gecombineerde cijfer 24/28 weken laat zien dat de Nederlandse uitkomsten vergeleken met andere landen in Europa sterk zijn verbeterd. De perinatale sterfte in Nederland was in 2015 4,2 per duizend baby’s. Dit is een afname van 20 procent ten opzichte van 2010. Daarmee stijgt Nederland in de Europese rangorde van plek 15 in 2010 naar plek 11 van de 28 landen.
Verbeteringen intensiveren
Om een verdere daling van babysterfte tot stand te brengen, moeten de ingezette verbeteringen worden vastgehouden en geïntensiveerd, vindt minister Bruins. “Het doel is het verder verstevigen van de integrale geboortezorg. De implementatie van de zorgstandaard integrale geboortezorg is hierin een belangrijke stap.” Eén van de uitdagingen voor zorgprofessionals is volgens de minister welke vormen van organisatie passend zijn voor integrale geboortezorg. Onderdeel hiervan zijn onder andere discussies over vakinhoudelijke en organisatorische afspraken op basis van gelijkwaardigheid, met behoud van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De wijze waarop medezeggenschap van de zwangeren via de moederraad georganiseerd wordt, verdient eveneens aandacht. “Ik zal er daarom voor zorgdragen dat het College Perinatale Zorg zich kan richten op de landelijke ondersteuning van de organisatie van zorg en de implementatie van integrale geboortezorg conform de Zorgstandaard”, aldus Bruins. “Tevens is extra inzet op preventieve acties gericht op de verbetering van leefstijl nodig. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor zwangeren in achterstandssituaties.”
Bron: zorgvisie.nl
