Kinderen ontwikkelen rond hun vierde of vijfde levensjaar vaardigheden om zich te verplaatsen in het perspectief van een ander. Het netwerk in het brein dat toegewijd is aan die vaardigheden blijkt, anders dan tot nu toe werd gedacht, al eerder aanwezig.
Dat blijkt uit onderzoek aan het Massachusetts Institute of Technology, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications, waarover eoswetenschap.eu bericht. De Amerikaanse wetenschappers legden 122 kinderen tussen de drie en twaalf jaar onder de hersenscanner.
Theory of Mind
De vaardigheid om je te kunnen verplaatsen in het perspectief van een ander, heet ook wel Theory of Mind (TOM). Kinderen van drie kunnen zich nog niet inbeelden dat anderen de wereld vanuit een andere hoek dan zijzelf bekijken.
De deelnemende kinderen bekeken een filmpje met verschillende false-believe taakjes. Uit zo’n taakje blijkt of een kind al dan niet Theory of Mind (TOM) bezit. Een bekend voorbeeld gaat over twee poppen, genaamd Sally en Anna. Anna heeft een knikker en bewaart die in een doosje. Als Sally weggaat verplaatst Anna de knikker naar een mandje. Bij terugkomst van Sally krijgt het kind de vraag waar Sally zal zoeken voor de knikker. In het mandje of in de doos?
Conclusie gaat in tegen huidige hypothese
Ook gingen 33 volwassenen de scanner in. Een belangrijk hersengebied betrokken bij TOM is de rechter tempo-pariëtale junctie (TPJ) dat een netwerk vormt met onder andere de prefrontale cortex. Dit netwerk activeerde als de volwassen zich moesten verplaatsen in een ander. Ook bij de driejarige bleek dit netwerk te activeren op diezelfde momenten, enkel iets minder sterk.De onderzoekers concluderen dat het netwerk al aanwezig is voordat kinderen zich daadwerkelijk kunnen inleven in een ander. Die conclusie gaat in tegen de huidige hypothese. Die stelt dat TOM zich zeer snel en plots ontwikkelt rond het vierde of vijfde levensjaar.
Wetenschappers buigen zich al enige tijd over de vraag hoe dat kan. Het huidige onderzoek toont aan dat de ontwikkeling van TOM langer duurt dan tot nu toe werd gedacht. Tweejarigen vragen zich bovendien al af waarom mensen een lievelingskleur hebben, terwijl negenjarigen ironie nog steeds lastig vinden.
Autisme
De Amerikaanse onderzoekers hopen ook de breinen van kinderen met autisme te mogen scannen om te kijken of het netwerk zich daar anders ontwikkelt. Mensen met autisme vinden het soms lastig zich in een ander in te leven.
Development of the social brain from age three to twelve years >
Bron: eoswetenschap.eu